Van den Akker is niet tégen snoep rond Sinterklaas, maar constateert wel dat de stroom aan zoetigheid steeds eerder begint en steeds omvangrijker wordt. „5 december is een verloren dag, daar moet je als ouder niet tegen proberen te vechten, dat lukt toch niet. Maar de tijd eromheen kan het best wel wat minder. Snoepen moet eerder de uitzondering zijn dan de regel”, vindt Van den Akker.

Het is niet meer dan logisch dat kinderen veel willen snoepen. „In snoepgoed zitten snelle suikers. Als je daar veel van binnen krijgt, geeft dat kortdurend een fijn gevoel van welbehagen, maar ook van stressreductie. Niet onbelangrijk in de spannende weken voorafgaand aan 5 december. De snelle suikers stimuleren ook de gebieden in de hersenen die verantwoordelijk zijn voor verslaving”, legt ze uit. „Als de suikers uitgewerkt zijn, willen kinderen alleen maar meer.”

Het is volgens Van den Akker aan de ouders om goed te doseren. „Dat kan je niet aan kleine kinderen overlaten. Die zijn heel gevoelig voor visuele prikkels en hebben weinig zelfbeheersing. Als ze een mooie pot vol snoep zien staan, willen ze daar het liefste heel veel van eten en wel meteen.”

Daarom raadt de kinderarts ouders aan om al het snoepgoed in een afgesloten kast te bewaren en de kinderen op gezette tijden een kleine portie snoep te geven, bijvoorbeeld als tussendoortje. De snelle suikers hebben een minder sterk effect als ze in kleine doses worden gegeten. „Veel snoepen in korte tijd leidt alleen maar tot zin in nog meer snoep.”