Investeringsplan Commissie-Juncker: van elke euro 15 euro maken
Elke euro vijftien keer vermenigvuldigen: je stopt er 21 miljard in en er komt 315 miljard uit. Dat is de gedachte achter het beoogde investeringsfonds van de EU. Een toverformule? Voorzitter Jean-Claude Juncker van de Europese Commissie noemt het „ambitieus, maar realistisch.”
Hij had beloofd voor de feestdagen van eind december zijn plan naar buiten te brengen. „Dit jaar komt Kerst vroeg”, zo begon de Luxemburgse politicus woensdag, toen hij in het Europees Parlement in Straatsburg enkele weken eerder dan gedacht zijn voorstel kon presenteren.
Vooral in de eurozone blijft het met de economie kwakkelen. Het lukt maar niet om de malaise echt af te schudden. Groeicijfers vallen telkens tegen, de werkloosheid daalt nauwelijks. De investeringen halen bij lange na niet het niveau van voor het uitbreken van de crisis in 2008. Zij steken bovendien ongunstig af bij de inspanningen op dit gebied in bijvoorbeeld de VS.
In een poging het herstel waarnaar iedereen snakt, te forceren, gaat de eerder deze maand aangetreden Europese Commissie met voortvarendheid van start. Een grootscheepse investeringsimpuls moet de bedrijvigheid aanjagen en in de periode tot 2018 voor 1,3 miljoen extra banen zorgen.
Fonds
Zoals vaak bij de bekendmaking van een Brussels plan klonken er ook ditmaal stevige bewoordingen. „Vandaag slaan we een nieuwe bladzijde op in Europa. Dit is een investeringsoffensief. We bieden hoop aan miljoenen burgers”, hield Juncker de parlementariërs in Straatsburg voor. Zijn partijgenoot en voorzitter van de christendemocraten in het EP Manfred Weber jubelde met hem mee: „Dit is een prachtige dag voor Europa.”
Aan geld ontbreekt het niet in de economie. Dankzij het ruime monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) is er volop liquiditeit bij financiële spelers als banken en beleggingsfondsen. Maar die wenden dat kapitaal te weinig op productieve wijze aan. Ze zijn bang risico’s te nemen, er is onvoldoende vertrouwen. Dat moet veranderen. Daarom heeft de kersverse Commissie een mechanisme ontwikkeld om meer middelen te mobiliseren.
Voornaamste element daarvan is het op te richten Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). De EU legt in die pot 16 miljard euro in aan garanties en aan contanten die al waren gereserveerd in de begroting van de Unie. De Europese Investeringsbank (EIB) voegt daar 5 miljard aan toe. Dat betekent opgeteld 21 miljard euro. Doen zich bij de investeringen onverhoopt verliezen voor, dan mag in eerste instantie dat bedrag eventueel worden aangesproken.
Vervolgens treedt de zogeheten hefboom in werking. Het fonds leent bij private partijen en kan met de opbrengst, is de verwachting, zo’n 315 miljard euro toekennen voor het bekostigen van allerlei projecten. Dus elke euro in het fonds leidt tot 15 euro aan investeringen die anders niet zouden plaatsvinden.
Werner Hoyer, de baas van de EIB, acht op grond van ervaringen in het verleden een vermenigvuldigingsfactor van die omvang geen overdreven raming. Eurocommissaris Jyrki Katainen (Economische Zaken) sprak van een „robuuste, maar conservatieve prognose.” De liberale voorman in het EP, Guy Verhofstadt, duidde het instrumentarium als geheel aan als een „waarborgstelsel”: een garantie en daar een hefboom bovenop gezet.
Overheidsgeld
Voordeel van het plan is dat er niet veel overheidsgeld aan te pas hoeft te komen. Dat zou ook niet kunnen, want de meeste landen zijn nog druk bezig om hun huishoudboekje op orde te krijgen.
Niettemin deed Juncker een oproep aan de regeringen om toch een bijdrage te leveren aan het fonds en daarmee de capaciteit ervan te vergroten. „Als het goed loopt, is 315 miljard immers geen bovengrens.” Een donatie telt niet mee bij de beoordeling van tekorten en schulden, zegde Juncker toe. Gianni Pittella, de voorzitter van de sociaaldemocraten in het Parlement, sprak in dit verband meteen van een „historisch keerpunt.” „Wij bepleiten flexibele begrotingsnormen, pas de regels intelligent toe. We willen geen boekhouders zijn.”
Een commissie van deskundigen bekijkt welke uit te voeren werkzaamheden in aanmerking komen voor financiering uit het EFSI. Het zal onder meer gaan om strategische investeringen in vervoersinfrastructuur (wegen, bruggen), energie- en ict-netwerken, energiebesparing, onderwijs, onderzoek en innovatie. Juncker noemde concreet het installeren van oplaadpunten langs de weg voor elektrische auto’s.
De 28 lidstaten van de EU en het Europees Parlement moeten nog goedkeuring aan het plan hechten. Op 18 en 19 december staat het prominent op de agenda van de top van de regeringsleiders. Juncker hoopt dat het fonds in ieder geval halverwege volgend jaar klaar is voor gebruik.