Inscriptie menora gevonden in Tiberias
Bij opgravingen van de Israëlische Oudheidkundige Dienst in Tiberias is een poort van een kruisvaarderskasteel gevonden. De kruisvaarders gebruikten daarbij stenen met decoraties die ze hadden gevonden in andere gebouwen, waaronder een synagoge. Een van de stenen heeft de afbeelding van een menora.
Het fort werd op 11 juli 1187 door de islamitische veldheer Saladin ingenomen. Het is niet bekend waar de kruisvaarders de steen met de daarin slordig gegraveerde menora vandaan hebben gehaald, aldus Yossi Stepanski, een archeoloog die is verbonden aan de oudheidkundige dienst.
Stepanski acht het mogelijk dat de steen afkomstig is van een synagoge uit de periode waarin Joodse geleerden de misjna en de talmoed samenstelden, dat wil zeggen van ongeveer 200 tot 500 na Christus. „Het kan zijn dat de synagoge in de buurt van het kasteel stond, of onder de poort zelf of misschien een kilometer verderop.”
Het gebeurde vaker dat de kruisvaarders onderdelen van andere gebouwen gebruikten bij het optrekken van hun kastelen, aldus Stepanski. De steen bevond zich op de kop en niet in de muur van het kasteel zelf. Hij kan niet zeggen of de steen in de muur heeft gezeten, omdat die is verwoest.
Bij de muur zijn ook een latei (draagbalk) met bloemmotief en een steen met de afbeelding van een kruis van Hercules aangetroffen.
Stepanski denkt dat het kasteel dertig tot veertig jaar voor zijn verovering is gebouwd.
Saladin viel Tiberias op 2 juli 1187 aan. In het fort bevond zich ook gravin Eschiva, de vrouw van de Frankische graaf Raymond van Sepphoris. Het kruisvaardersleger trok vanuit Sepphoris (bij Nazareth) naar Tiberias om het beleg te doorbreken en de gravin te bevrijden.
Saladin trok hen tegemoet en versloeg de kruisvaarders, die te weinig water bij zich hadden, bij de Hoornen van Hattin. Vervolgens nam hij Tiberias in. De troepen van Saladin spaarden het leven van de gravin; zij kon zich met achterlating van haar bezittingen bij haar man voegen, die naar Tripoli was gegaan.
De ontdekkingen werden in de afgelopen maand gedaan. De oudheidkundige dienst ontwikkelt de opgravingslocatie in samenwerking met het ministerie van Toerisme tot een toeristische plek die verbonden is aan de wandelpromenade in Tiberias.
Tiberias werd in het jaar 18 na Christus gesticht door Herodes Antipater. Vanaf het begin van de derde eeuw werd de stad het centrum van de studie van de Joodse wet en de plaats waar de Joodse mondelinge traditie werd vastgelegd.