Opinie

Commentaar: Proefproces WMO moet geen showproces worden.

Voor staatssecretaris Van Rijn (VWS) verliep 2014 bijzonder succesvol. Zakelijk en sober loodste hij diverse lastige zorgwetten, waar­onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), door het parlement. Inmiddels buigt de kortgedingrechter in Groningen zich over de vraag hoe gemeenten de WMO, die ze door het kabinet in de maag gesplitst krijgen, moeten interpreteren. Mag een gemeente, in dit geval Dantumadeel, met het versturen van één standaardbrief in één keer een streep halen door de collectief gefinancierde huishoudelijke hulp aan een hoogbejaard echtpaar, is daarbij de vraag.

Hoofdredactioneel commentaar
27 November 2014 13:27Gewijzigd op 15 November 2020 14:42
beeld ANP
beeld ANP

Rechtszaken als deze heten al snel proefprocessen te zijn. De kwestie Dantumadeel valt zeker in die categorie, zij het dat de werkingssfeer van het oordeel dat de rechter op 9 december zal uitspreken beperkt is. Deze zaak spitst zich immers uitsluitend toe op de manoeuvreerruimte van gemeenten om huishoudelijke hulp die reeds wordt geboden op grond van de nieuwe WMO, te beëindigen voordat de termijn die de gemeente bij het honoreren van de oude aanvraag met de burger overeenkwam, is verstreken. De grenzen van de beleidsvrijheid van gemeenten om nieuwe aanvragen af te handelen, is hier dus niet in het geding.

Een tweede belangrijke relativering is dat niemand minder dan Van Rijn de vraag waar Dantumadeel mee worstelt al beantwoord heeft, en wel in ontkennende zin. Lopende huishoudelijke hulp voortijdig stoppen, vereist een inhoudelijke motivatie van gemeenten, schreef Van Rijn op 7 november aan de Tweede Kamer; alleen verwijzen naar de WMO volstaat niet. 
Nu is Van Rijn staatssecretaris en geen magistraat, maar toch moet het na zo’n inhoudelijke toelichting wel bijzonder vreemd lopen, wil de rechter op 
9 december concluderen dat Dantumadeel in deze zaak voldoende zorgvuldig gehandeld heeft.

Het zou niet de eerste keer zijn dat een proefproces al dan niet onbedoeld in een showproces ontaardt. Diverse fracties in de Tweede Kamer doen het voorkomen alsof de rechter op 9 december een tweestrijd beslecht tussen een hardvochtige, op bezuinigen beluste gemeente en een hulp­behoevend echtpaar wiens woning zonder rechterlijk ingrijpen weldra zal veranderen in een vuilnisbelt.

De realiteit achter deze rechtsgang is evenwel dat het versoberen van de huishoudelijke hulp door gemeenten hoe dan ook onontkoombaar is. Een reële uitkomst van de procedure kan zijn dat de rechtbank de gemeente dwingt een redelijke overgangstermijn in acht te nemen, alvorens de huishoudelijke hulp te versoberen of stop te zetten, in het beste geval totdat de ooit overeengekomen termijn volledig is verstreken. Daarna valt ook dit echtpaar onder het nieuwe wettelijk regime, waarin het voor een belangrijk deel aan gemeenten is om te bepalen in hoeverre hulp­vragers, hoogbejaard of niet, nog zelfredzaam zijn.

Ook wanneer de rechter Dantumadeel straks terugfluit, is er dus een gerede kans dat het paar dat nu zo fier het gevecht aangaat in de nabije toekomst op zoek zal moeten naar alternatieven. Geprezen zij de politicus die ouderen deze realiteit in het vooruitzicht stelt.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer