Ankara heeft echter wel zorgen over reacties die in de afgelopen tijd in de Nederlandse samenleving zijn geuit, bijvoorbeeld over een onderzoek waaruit blijkt dat onder Turkse jongeren massaal steun zou bestaan voor terreurbewegingen als Islamitische Staat (IS).

Koenders sprak woensdag ook met de Turkse ambassadeur in Nederland. Diens plaatsvervanger moest bovendien langskomen op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Aanleiding voor de gesprekken was een verklaring waarin de Turkse overheid Nederland ervan beschuldigt de Turkse gemeenschap in ons land op een agressieve en racistische wijze te behandelen.

Daarover ontstond eerder op de dag commotie. Vicepremier Lodewijk Asscher, die in het kabinet verantwoordelijk is voor integratie, noemde de kritiek onjuist en ongepast. Koenders zocht vervolgens contact met de Turkse autoriteiten om opheldering te vragen.

Hij heeft in het gesprek met Çavuşoğlu namens het kabinet „ernstige zorgen” geuit over berichtgeving in de Turkse media over die verklaring over Nederland. „Directe inmenging door een buitenlandse mogendheid in een democratisch debat in Nederland is ongepast”, stelde Koenders na het telefoongesprek, dat een klein halfuur duurde. Hij wees ook op het belang van een open gesprek over gecompliceerde onderwerpen als integratie.

Volgens Koenders streeft het kabinet ernaar dat Turkse Nederlanders optimaal integreren en delen Turkije en Nederland dat belang. „Integreren is een werkwoord. Daarover bestaat bij zowel Turkije als Nederland geen misverstand”, aldus de bewindsman. Volgens Cavusoğlu hoort daar ook bij dat Turkse Nederlanders de Nederlandse taal leren.

De ministers hebben afgesproken dat ze elkaar binnenkort ontmoeten om verder te praten over de „wederzijdse zorgen”.