Basisscholen verstrekken gegevens van kinderen aan vier uitgevers, zo bleek dinsdag. Die koppelen de informatie aan computerlessen. Woensdag stak het verhaal de kop op dat de staatssecretaris een rapport daarover niet aan de Kamer had gestuurd. Maar volgens het ministerie hoefde dat in dit geval niet.

Woensdagavond gaf Dekker zelf zijn visie: „Het rapport is op ons eigen verzoek gemaakt om te kijken op welk gebied scholen behoefte hebben aan extra ondersteuning bij hun digitale leermiddelen in relatie tot privacy. Het rapport is slechts verkennend en geeft dan ook geen algemeen beeld. Het rapport was voor intern gebruik. Afgelopen september is het door ons op internet gezet. Reden is dat ons ministerie meedoet aan een proef waarbij stukken die niet naar de Kamer hoeven toch openbaar worden gemaakt.”

De PvdA sprak woensdag van een „politieke inschattingsfout” van Dekker. Ook al schreef hij de Kamer in mei al over de kwestie. „Er worden steeds meer persoonsgegevens van leerlingen geautomatiseerd verwerkt door instellingen en hun leveranciers”, meldde hij toen. Scholen zijn volgens die brief verantwoordelijk voor de bescherming van de persoonsgegevens. „Samen met de sectorraden ben ik in gesprek met de relevante partijen om afspraken over de borging van privacy te maken.”

„Ik hecht eraan te benadrukken dat in het rapport niet staat dat scholen of uitgevers privacy van kinderen massaal schenden”, zei Dekker woensdagavond. „Het is wél een punt van aandacht. Uit het onderzoek blijkt dat de intenties van de onderzochte scholen goed zijn, maar dat de specifieke kennis over dit onderwerp ontbrak. Sinds april zijn scholen en aanbieders bezig om betere afspraken te maken over de privacy van leerlingen.”