Opinie

Vernieuwing

26 January 2004 10:49Gewijzigd op 14 November 2020 00:54

Kamerleden, wethouders, ministers en andere politici hebben geen vaste aanstelling. Aan hun functioneren kan op het onverwachts een eind komen. De kiezersgunst is grillig, coalitiebesprekingen zijn vaak onvoorspelbaar en je zit zo weer in een politieke crisis.Daarbij komt dat binnen de partijen politieke vernieuwing hoog staat aangeschreven. Ook al is er op iemands functioneren niets aan te merken, na twee of drie termijnen komt tegenwoordig de vraag aan de orde of het geen tijd is voor verjonging.

Onderdeel van de politieke vernieuwing is ook dat het grondvlak meer betrokken wordt bij de selectie. De keuze van de lijstaanvoerder wordt dan niet meer bedisseld door het partijbestuur, waarna de partijvergadering alleen nog maar kan applaudisseren. Nee, de echte keuze is aan de basis.

Zo besloot het bestuur van de ChristenUnie om voor het lijsttrekkerschap bij de komende euroverkiezingen de afdelingen te laten kiezen uit twee kandidaten. Blokland, de lijsttrekker van de vorige keer, kon er niet zonder meer van uitgaan dat hij opnieuw op de eerste plaats kwam. Hij moest het opnemen tegen nieuwkomer Van Dalen.

Van Dam, de andere europarlementariër van de ChristenUnie, werd door het bestuur meteen al naar een onverkiesbare plaats gedirigeerd. Alleen dankzij een actie van de basis werd hij op het laatste nippertje als derde kandidaat toegevoegd.

Het resultaat van dit alles was dat Blokland afgelopen zaterdag met dertien stemmen verschil de strijd om de eerste plaats won. Wel rijst de vraag of deze gang van zaken in de annalen van de ChristenUnie bijgeschreven kan worden als een succesvolle vorm van politieke vernieuwing.

Vanaf het begin was duidelijk dat er qua politieke opvattingen tussen de twee of drie kandidaten nauwelijks verschil zat. Qua leeftijd liepen ze ook niet heel erg uiteen. Het ging om drie academici die in de publieke sector hun sporen verdiend hebben. Het kon ook niet de bedoeling van het bestuur van de ChristenUnie zijn om deze interne verkiezingscampagne te laten uitlopen op een krachtmeting tussen de GPV- en de RPF-bloedgroep.

Dat betekende wel dat de strijd tussen de verschillende kandidaten zich vooral toespitste op hun presentatie. Wie van de drie kwam het vlotste en het leukste over? Nu is dat in de hedendaagse politiek zeker niet onbelangrijk. Maar een christelijke partij moet daar toch ook niet haar kracht in zoeken.

Daarbij komt dat op deze manier mensen het land in gestuurd worden om de achterban te overtuigen van hun eigen bekwaamheden. En ook al onthouden ze zich van directe aanvallen op hun rivalen, ze hebben wel belang bij uitglijders van de ander. Er kan er immers maar eentje op de eerste plaats komen. Op die manier komt men wel op gespannen voet te staan met de bijbelse vermaning dat door ootmoedigheid de een de ander uitnemender moet achten dan zichzelf.

Bij verschil in opvattingen over de Europese politiek hadden de afgevaardigden inhoudelijk wat te kiezen gehad. Onmiskenbaar is er de laatste jaren in de ChristenUnie een stroming die afstand wil nemen van de kritische houding ten opzichte van de Europese integratie zoals die altijd door de eurofractie is uitgedragen. In het europarlement zou men zich liever willen aansluiten bij de christen-democratische EVP.

Die lijn werd echter door geen van de drie kandidaten vertolkt. Overigens heeft een partij er ook geen belang bij dat in het zicht van de verkiezingen de politieke meningsverschillen openlijk uitgevochten worden. Maar een interne verkiezingscampagne die zich bij gebrek aan andere verschilpunten vooral concentreert op het uiterlijk van de kandidaten (baard of geen baard) is ook wat.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer