Rita de Waal schreef ode aan het leven in de Betuwe
GELLICUM. De eerste hoofdstukken van het boek werden decennia geleden geschreven. Na haar pensionering pakte ze de draad weer op. Oud-journaliste Rita de Waal (66) uit het Betuwse Gellicum presenteerde vorige week haar roman ”Dorp aan de dijk”, dat het alledaagse leven in het Rivierengebied beschrijft in de jaren 1900-1950. „Er is zo veel veranderd. De verhalen van toen moesten worden verteld.”
De kiem voor het boek werd al een jaar of veertig geleden gelegd. Aan de tafel bij haar schoonvader hoorde ze de verhalen van vroeger. „Ik schreef op wat hij vertelde. Over de mensen, de gebeurtenissen, de streek en de gebruiken van weleer. Maar hij vertelde ook over bloemen en planten en dieren; ik noteerde alles.” En daar bleef het niet bij. „Ik sprak met mensen uit het dorp, stelde vragen. Steeds opnieuw. Uit belangstelling, uit nieuwsgierigheid ook.”
Een paar jaar later kreeg ze het idee om wat te doen met die gegevens. „Ik schreef voorzichtig een paar hoofdstukken, de aanzet van wat een boek moest worden.” Maar verder kwam ze niet, omdat andere activiteiten te veel tijd vergden.
„Ik had alleen maar de huishoudschool gedaan en werd na ons huwelijk en de geboorte van onze kinderen gewoon huisvrouw. Op een gegeven moment bleek dat een van onze zoons de ”r” niet kon zeggen. De logopediste vroeg of ik met hem wilde oefenen. Daarom ging ik liedjes maken waarin die letter zo veel mogelijk voorkwam. Ik kreeg de smaak zo te pakken dat ik gedichten ging schrijven. Probleem was dat ik ontdekte dat mijn Nederlands bar slecht was.”
Om dat te verbeteren volgde ze, als de kinderen naar bed waren, cursussen Nederlands, letterkunde en journalistiek bij het LOI. Dat leidde tot een baan als correspondente en later als redacteur van de Gecombineerde, de Gelderse Koerier en Nieuwsblad Geldermalsen.
Voor de laatste krant was ze 27 jaar actief, volgde raadsvergaderingen, hield talloze interviews en doorkruiste de streek. „Ik vulde in mijn eentje de hele krant. Prachtig werk, mijn lust en mijn leven. Ik leerde de bevolking kennen: een beetje gesloten, soms wat stug. Maar als je ze eenmaal hebt, dan heb je ze helemaal.”
Streekverhalen
Na haar pensionering, een paar jaar geleden, ging ze op verzoek van een uitgever verder met haar boek. „De uitgever was op zoek naar streekverhalen en ik had nog altijd wat op de plank liggen. Het viel in de smaak en ik kreeg groen licht. Ik kon op die manier eindelijk al die oude verhalen vertellen. Als een eerbetoon aan mijn schoonvader. Maar ook om het leven van vroeger vast te leggen en voor het nageslacht te bewaren.”
Het boek is een ode geworden aan de streek, het landschap en aan al de mensen die lang geleden kleur gaven aan het leven langs het vriendelijke riviertje de Linge. „Een verhaal over armoede, eenvoud en onschuld, over het blije en nabije van al die dierbare, markante dorpelingen”, aldus het voorwoord. De verbondenheid van Rita de Waal met het Rivierengebied stempelt het boek. De sfeervolle omslag sluit daar bij aan. „Een prachtige foto van Marinus de Keyzer, de Betuwefotograaf.”
Heimwee
De ondertitel ”Over de heerlijke traagheid van het bestaan” zegt veel over de inhoud van het boek. De schrijfster geeft toe dat ze heimwee heeft naar de tijd van tientallen jaren geleden. „Er zijn zo veel mooie dingen verloren gegaan. De moraal is veranderd, alles is gejaagder geworden. Ik vond het heerlijk om me weer met die tijd bezig te houden; bronnen onderzoeken, in archieven snuffelen.”
De namen in het boek zijn gefingeerd. Maar dorpsgenoten herkennen gebeurtenissen wel. En soms ook personen. „Een verdichtsel van de werkelijkheid”, typeert de inwoonster van Gellicum haar roman. „Dorpelingen spelen de hoofdrol in het sentiment van destijds. Toen ze nog leefden in de veilige beslotenheid van hun tijd.”
Het boek vindt gretig aftrek in boekenzaken in Leerdam, Geldermalsen en Beesd. „Vorige de week kwam een predikant van diep in de 80 even langs. Ik ben al op de helft en vind het mooi, zei hij. Ook van anderen krijg ik positieve reacties. Ik ben geboren en getogen in deze steek. Ik houd van dit gebied. Als dat in het boek naar voren komt, heb ik het goed gedaan.”