Het voorstel gaat woensdag ter goedkeuring naar het parlement. Het zal de spanningen met de Arabische Israëliërs en de Palestijnen zeker doen toenemen. Het kan ook tot een breuk leiden binnen de coalitie van premier Benjamin Netanyahu, vanwege het felle verzet van twee gematigde partijen.

Israël heeft zichzelf altijd al gepresenteerd als de ‘joodse staat’, een term die stamt uit de onafhankelijkheidsverklaring van 1948. Het nieuwe wetsvoorstel wil die status vastleggen als een ‘basiswet’, de feitelijke grondwet van Israël.

Terwijl veel critici de maatregel als overbodig bestempelen, hield Netanyahu zijn kabinet voor dat het voorstel een antwoord is op de Arabische critici binnen en buiten Israël die het bestaansrecht van het land in twijfel trekken.

Netanyahu stelt al langer als voorewaarde voor een vredesakkoord dat de Palestijnen Israël erkennen als het thuisland van de joden. Volgens de Palestijnen en de Arabische Israëliërs zou dat afbreuk doen aan de rechten van de ruim 1,5 miljoen Arabische staatsburgers van Israël, ofwel een vijfde deel van de bevolking.

Het wetsvoorstel voorziet in erkenning van het joodse karakter van Israël. De joodse wet wordt geïnstitutionaliseerd als inspiratie voor wetgeving en het Arabisch wordt afgeschaft als officiële taal. Tegenstanders zeggen dat het voorstel het democratische karakter van Israël ondergraaft; sommige rechtengroepen noemen het racistisch.

Joodse nationalisten in de coalitie drongen sterk aan op het wetsvoorstel. De twee gematigde partijen in het kabinet, Yesh Atid en Hatnua, stemden tegen. Als Yesh Atid ook in het parlement tegen stemt, kan dat de val van de regering en mogelijk vervroegde verkiezingen inluiden. Yesh Atid vormt de een na grootste fractie in het parlement en kan Netanyahu zijn meerderheid ontnemen.