Er ging best wat discussie aan het besluit vooraf, vertelt ds. M. A. Kempeneers, voorzitter van de classis ’s-Gravenhage, de classis die de oproep deed. Een speciale gebedsdag beleggen voor de nood in kerk en wereld is immers niets niks. Wat rechtvaardigt nu eigenlijk een oproep aan de plaatselijke gemeenten? Wat zijn bijzondere omstandigheden? „Dat is natuurlijk arbitrair”, zegt de predikant uit Katwijk. „De classis heeft zich dan ook afgevraagd of zij zich hiermee niet laat meevoeren door een mediahype. Er is, zo werd gezegd, altijd wel reden om te bidden.”

Na breedvoerig overleg besloot de classis in meerderheid toch tot een biddag op te roepen.

Het is heel lang geleden dat de classis ’s-Gravenhage gebruikmaakte van de mogelijkheid om bijzondere bidstonden uit te schrijven, een verantwoordelijkheid die in 1918 is vastgelegd in de kerkorde. Dat maakt het besluit van begin oktober bijzonder.

Plaatselijke initiatieven waren er vanzelfsprekend wél, zoals ten tijde van de Golfoorlog in 1991 en rond 9/11 in 2001. In 2002 had er op initiatief van het toenmalige synodemoderamen een landelijke bidstond plaats in Ede. Kerkrechtelijk gezien viel daar wel wat op af te dingen omdat het geen taak van het moderamen is een bidstond uit te schrijven. Toch was er destijds een groot draagvlak, waardoor deze bidstond ook daadwerkelijk heeft plaatsgehad.

Wat gaf nu, anno 2014, de doorslag? „Dat de situatie op veel plaatsen in de wereld buitengewoon zorgelijk en spannend is”, zegt ds. Kempeneers. „Ook Nederland ondervindt de gevolgen. Denk aan de vliegramp met de MH17. Denk ook aan de ebola-epidemie, de gruwelen die Islamitische Staat aanricht, oplaaiende conflicten in Israël en de wereldwijde christenvervolging die lijkt toe te nemen.”

Volgens de Katwijkse predikant speelde op de achtergrond mee dat Nederland voor het eerst sinds decennia weer een dag van nationale rouw meemaakte en dat er een nationale herdenking is geweest. „Kunnen de kerken dan wel achterblijven bij de regering, die de naam van God niet of nauwelijks heeft genoemd?”

De Gereformeerde Gemeenten hielden in het voorjaar, op 11 mei, een dag van verootmoediging. Een initiatief dat discussie opriep maar dat „toch ook in een aantal christelijke gereformeerde kerken navolging kreeg. Ook in Katwijk. De biddag in de komende week zien wij als een vervolg daarop. Persoonlijk vond ik de discussie en het feit dat sommige kerken zich destijds afzijdig hielden, pijnlijk. Als je zo’n oproep naast je neerlegt, geef je geen goed signaal af. Tijdens de besluitvorming in de classis vorige maand was dit voor sommigen ook van belang.”

De classisvoorzitter verwacht dat het grootste deel van de christelijke gereformeerde kerken volgende week een biddag houdt. Veel kerken –zoals Urk en Katwijk– gebruiken hiervoor de zondag, „dan heb je de hele gemeente bij elkaar”, andere kerken beleggen tijdens de werkweek een bijeenkomst in de avond.

De classis ’s-Gravenhage vraagt de biddag in ieder geval komende week te houden. De vormgeving wordt aan de plaatselijke kerken overgelaten. Wel voegt de classis de suggestie toe om „zo mogelijk andere plaatselijke kerken uit te nodigen mee te doen.”

Onder meer de christelijke gereformeerde kerk in Heerde besloot aan de oproep van de classis ’s-Gravenhage gehoor te geven. Komende woensdag houdt zij van 20.00 uur tot 21.00 uur een bidstond, aldus de plaatselijke predikant ds. P. W. J. van der Toorn. „Ik zal tijdens deze niet-ambtelijke bijeenkomst een meditatie houden en vervolgens willen we in een aantal gebedsblokken de nood van de wereld bij de Heere brengen.”

Alle kerken in Heerde zijn hiervoor officieel uitgenodigd. De gereformeerde kerk vrijgemaakt levert een bijdrage aan het gebedsuur, evenals een gemeentelid dat begin volgende week terugkomt van een verblijf in Irak, waar hij als hulpverlener voor ZOA werkte. Ook de interkerkelijke gebedsgroep in Heerde neemt een van de gebedsblokken voor haar rekening.

Ds. Van der Toorn verwacht dat de oproep om te komen bidden gehoor vindt in de verschillende kerkelijke gemeenten in zijn woonplaats. „De ernst van de situatie is duidelijk.”