Commentaar: Neem mening theologiestudenten over kerkelijke eenheid serieus
Hoe denken studenten theologie aan de verschillende opleidingen over dogmatische en ethische vraagstukken? Dat was de insteek van een onderzoek dat onder theologiestudenten uitgevoerd werd op initiatief van het Contactorgaan Gereformeerde Gezindte (COGG).
Het is overigens boeiend dat het COGG zo’n breed onderzoek initieert. Nog steeds wil het orgaan zich inzetten om een accolade te slaan om de verschillende kerken en richtingen in de gereformeerde gezindte. Vanuit de diepe overtuiging dat verdeeldheid zonde is.
De studenten aan de opleidingsinstituten van verschillende kerkgenootschappen maken –met alle verschillen die er op de onderscheiden onderwerpen óók zijn– toch wel lijnen zichtbaar in het denken onder hen die we –ook weer met de nodige mitsen en maren– de theologen van de toekomst kunnen noemen.
Daarbij moet bij een onderzoek als dit wel gezegd worden dat je er niet te strakke conclusies op onderdelen uit mag trekken. Daarvoor moet er meer inzicht zijn in de exacte vraagstelling, in het doorvragen op onderwerpen en moeten de antwoorden zeer gedetailleerd in kaart worden gebracht. En zelfs dan is het doen van uitspraken gevaarlijk.
Hoe dan ook: de studenten maken duidelijk in grote meerderheid op dogmatisch gebied te denken in overeenstemming met de gereformeerde leer zoals die is samengevat in de Drie Formulieren van Enigheid. Ook ethisch bezien zijn er niet heel veel afwijkingen van wat in de breedte van de achterban wordt gedacht. Ontdekkend is wel dat de acceptatie van de vrouw in kerkelijke ambten breder wordt gedragen dan soms wordt gedacht. Daarmee wordt zichtbaar dat de tijdgeest ook de gereformeerde gezindte infecteert.
Opvallend is ook het denken onder theologiestudenten over kerkelijke eenheid. De uitkomsten op dit onderdeel maken duidelijk dat er steeds minder animo is voor institutionele eenheid. Met dat laatste bedoelen we dan het samengaan –fuseren– van kerkgenootschappen tot één kerk. Bijna de helft van de ondervraagde studenten voelt er meer voor dat kerken elkaar erkennen en herkennen in het gereformeerde belijden zonder dat kerkmuren geslecht worden.
Wat dat betreft, zie je dat denktrends in de maatschappij ook theologiestudenten niet onberoerd laten. Het institutionele is voor de meeste mensen tegenwoordig veel minder belangrijk dan vroeger. Dat heeft alles te maken met de ontzuiling. Het heeft er ook mee te maken dat er minder dan vroeger in tegenstellingen wordt gedacht, maar veel meer wordt gekeken naar waar we elkaar wél kunnen vinden.
Toch is dat wat de studenten voorstaan méér dan de oecumene van het hart, zoals het wel genoemd wordt. Ze willen erkenning en herkenning op grond van het gereformeerde belijden. Dat maakt de voorgestane eenheid misschien dan wel niet institutioneel, maar het is zeker ook niet vaag omdat er een duidelijk uitgangspunt is, namelijk de gereformeerde belijdenis.
Reden genoeg voor kerkenraden om de uitkomsten van dit onderzoek intensief te bespreken.