„Goudvoorraad steeds minder belangrijk”
DEN HAAG (ANP). De rol van goud als dekking van valuta is sinds de jaren zeventig aanzienlijk afgenomen. Centrale banken namen steeds meer andere valuta zoals dollars en ponden in reserve en verkochten een deel van hun goudvoorraad. Veel ging naar Aziatische banken omdat die juist weinig goud hadden, legt hoogleraar financiële economie Sylvester Eijffinger uit.
Ooit was goud rechtstreeks gekoppeld aan de waarde van valuta, wat bekend stond als de gouden standaard. Maar na de Tweede Wereldoorlog kwam daar verandering in. Bij de oprichting in Bretton Woods in 1944 van het IMF en de Wereldbank werd afgesproken alle valuta’s aan de dollar te koppelen en die weer aan het goud.
Dat bleef zo tot de jaren zeventig. Toen begon de stabiliteit van het stelsel scheuren te vertonen omdat de Verenigde Staten steeds meer dollars bijdrukten om de Vietnam-oorlog te bekostigen’’, verklaart Eijffinger. Centrale banken begonnen hun goudvoorraden af te bouwen, ook omdat ze er nauwelijks rendement op haalden. „Goud is het minst rendabele deel van onze reserves”, stelt Eijffinger. ,Daarbij komt dat de kosten voor het beheer heel hoog zijn.
Het idee van de dollar als anker is voorbij, aldus de hoogleraar. Landen voeren nu weer een eigen intern monetair beleid met zwevende valuta. Het belang van de goudvoorraad als internationale reserves van de centrale banken heeft dientengevolge aan belang ingeboet.