Bijbelse studie over gezag en gezagsdragers
In de ”Artiosreeks”, die uitgebracht wordt in samenwerking met de Gereformeerde Bond, verscheen van de hand van ds. J. J. ten Brinke en dr. A. de Muynck, ”Verleende volmacht. Nieuwe gehoorzaamheid in gezin, school, kerk en samenleving”.
Het boekje past goed bij het jaarthema van de Gereformeerde Bond, ”Horig en mondig”, en bij de groeiende aandacht voor gezag in de samenleving.
Het boek bestaat uit twee delen: een studie over wat de Bijbel zegt over gezag, en een praktische uitwerking van gezag voor gezin, school, kerk en samenleving. In het slothoofdstuk staat gezag in de toekomst centraal. Elk hoofdstuk begint met een Bijbeltekst en eindigt met een aantal gespreksvragen.
Opofferende liefde
Of je nu het Oude Testament leest of het Nieuwe, de Bijbel is er duidelijk over: gezag komt van God. Het is verleende volmacht. Omdat dat kwetsbaar is, mocht een koning in het Oude Testament niet te veel paarden, niet te veel vrouwen en niet te veel zilver en goud hebben. Hij moest niet steunen op stootkracht, vreemde goden, of grote rijkdom, maar op God. Daarom moest hij ook de Thora persoonlijk lezen en bestuderen.
Als het gaat over gezag in het Nieuwe Testament bespreken de auteurs de relatie tussen man en vrouw in het huwelijk. Terecht en veelbetekenend wordt hier opgemerkt dat tegenover de onderdanigheid van de vrouw niet het heersen van de man staat, maar opofferende liefde.
Het is te waarderen dat de auteurs een apart hoofdstuk hebben gewijd aan het gezag van Christus. Immers, de wijze waarop Christus omgaat met de Hem verleende volmacht is bepalend voor de wijze waarop de christen geroepen is met gezag om te gaan. Het bijzondere van Hem is dat Hij overwint als de Gekruisigde. De Leeuw overwint als het Lam. Deze macht van het kruis, dus onder de schijn van het tegendeel, kenmerkt Bijbels gezag als dienen. Daarom is er ook geen sprake van dwang in het koninkrijk van Gods genade. Of, zoals de auteurs verwoorden: Christus heeft ook de macht om „vrij te laten.”
In het tweede deel komen in de hoofdstukken over gezin, school, kerk en samenleving aan de orde: het soort gezagsverhouding, communicatie en spanningsvelden. De auteurs onderscheiden relationeel, contractueel en institutioneel gezag. Je zou kunnen zeggen: gezag op basis van loyaliteit en vertrouwen, op basis van afspraken en op basis van wetgeving. Het boek beschrijft hoe deze drie vormen van gezag in alle vier de verbanden een rol spelen, hoewel er verschil is in dominantie. In het gezin staat relationeel gezag centraal en in de relatie met de overheid het institutionele gezag.
Ambtsdragers
”Verleende volmacht” is een mooie, overzichtelijke en Bijbelse studie. De hoofdstukken laten zich gemakkelijk lezen en zijn verlevendigd met praktische voorbeelden. De auteurs hebben het boekje in wijsheid geschreven. Dat betekent niet dat er geen verdergaande discussie mogelijk is.
Bij het lezen had ik behoefte aan een verdere doordenking van het onderscheid relationeel, contractueel en institutioneel. Een voorbeeld is het gezag in de kerk. De auteurs geven hierbij aan dat er ook contractuele aspecten zijn in een gemeente: beleidsstukken, reglementen, statuten. Juist in deze tijd, waarin er een groeiende tendens lijkt om de kerk meer professioneel leiding te geven, zou de vraag gesteld moeten worden of dat een heilzame ontwikkeling is die recht doet aan de gemeente als lichaam van Christus.
Meer moeite heb ik met de grote plaats die de auteurs inruimen voor institutioneel gezag van ambtsdragers. Zij verbinden dat aan de onderworpenheid aan het Woord. Krijgt zo de Bijbel niet te veel het karakter van een wet? Er is toch een principieel verschil tussen het gezag van de overheid (dwingend en gericht op wetshandhaving) en het gezag van de ambtsdrager, leraar en ouder (uit liefde, gericht op behoud van de ander), tussen het gezag van Romeinen 13 en het gezag van Efeze 5? Daarom is de kerkelijke tucht medisch, gericht op herstel en behoud.
Ik zou het ambtelijk gezag graag bij uitstek relationeel willen duiden. Namelijk vanuit de relatie tot de Meester. Ambtsdragers vragen gehoorzaamheid, niet omdat ze de baas zijn, maar omdat zij op hun beurt geroepen zijn om gehoorzaam te zijn aan Christus. Als ambtsdragers sturen en vermanen doen ze dat niet met de Bijbel als wetboek in de hand, maar vanuit de relatie tot de Opperherder, in wiens naam ze Zijn gemeente leidinggeven.
Jaren 60
Een tweede punt hangt samen met de titel. Moeten we gezag verbinden aan personen? Moet je spreken over gezagsdragers? Er is veel voor te zeggen om dat niet te doen. Gezag kun je beter koppelen aan roeping en beperken tot het moment waarop die roeping uitgeoefend wordt. Een predikant heeft in de supermarkt minder gezag dan de caissière die toevallig ook nog zijn catechisant is. De jaren 60 hebben veel destructiefs gebracht op het punt van gezag. Maar ze hebben ze ons ook iets moois en Bijbels teruggebracht: dat de mens als mens zich nooit achter zijn gezagspositie kan verschuilen.
Boekgegevens
Verleende volmacht. Nieuwe gehoorzaamheid in gezin, school, kerk en samenleving, ds. J. J. ten Brinke en dr. A. de Muynk; uitg. Royal Jongbloed, Heerenveen, 2014; ISBN 978 90 8897 105 1; 176 blz.; € 12,50.