Toenmalig premier Joop den Uyl gebruikte tien jaar na de kaping in een radioprogramma nog wel de term executie. Volgens het huidige kabinet heeft hij daarmee zijn persoonlijke emoties onder woorden willen brengen. Het archiefonderzoek geeft geen aanleiding tot het gebruik van de term ‘executie’, aldus het kabinet.

Opstelten zei woensdag dat het geweld bij de bevrijding conform de opdracht was en bedoeld om de gegijzelden te beschermen. Volgens hem was het besluit om in te grijpen bij de trein zorgvuldig genomen. Minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie zei dat de militairen deden wat hen was opgedragen en dat de actie ook bij hen „diepe sporen heeft achtergelaten”.

Uit het onderzoek blijkt wel dat de bewering van toenmalig minister van Justitie Dries van Agt, dat niet is geschoten op kapers die zich niet met een vuurwapen verzetten, niet klopt. Zo had in elk geval de vrouwelijke gedode Molukse kaper, Hansina Francina Uktoljesa, geen wapen. „In een fractie van een seconde moesten de mariniers beoordelen of de gijzelnemer die daar in het halfduister lag, een gevaar voor hen zou kunnen zijn. Zij hebben in haar richting geschoten en haar getroffen.” Er zijn geen aanwijzingen dat de mariniers op het moment van schieten wisten dat de vrouw geen gevaar meer voor hen was, aldus het onderzoek.

De hele operatie waarbij mariniers de trein binnendrongen en de gijzelnemers doodden of zij zich overgaven, duurde drie minuten.