Minister Lodewijk Asscher Sociale Zaken wil daarom de bestaande regeling voor dienstverlening aan huis handhaven, zei hij woensdag in de Tweede Kamer. Die regeling maakt het mogelijk een huishoudelijke hulp in dienst te nemen zonder dat er belasting of premies moeten worden afgedragen. Ze is echter in strijd met een verdrag van de internationale arbeidsorganisatie ILO, omdat dat voorschrijft dat huishoudelijk personeel gelijke rechten moet hebben.

Het kabinet zal dat verdrag dan ook voorlopig niet ratificeren. Het kan daarbij rekenen op steun van een Kamermeerderheid.

De SP wil, net als de vakcentrale FNV, wel dat werksters en ander huishoudelijk personeel gelijke rechten krijgen. „Gewoon betalen, en anders ruim je je eigen rotzooi maar op”, zei Kamerlid Paul Ulenbelt. Hij denkt dat de meeste mensen het geld er wel voor over hebben om te zorgen dat hun werkster meer rechten krijgt.

Maar Asscher wees op onderzoek dat de adviescommissie-Kalsbeek heeft gedaan voor het kabinet. Daaruit blijkt dat huishoudelijk werk op grote schaal in het zwarte circuit zal verdwijnen als Nederland het ILO-verdrag zou uitvoeren.

Het kabinet wil wel gaan zorgen dat de regeling voor dienstverlening aan huis niet misbruikt kan worden voor alfahulpen. Dat zijn mensen die huishoudelijke hulp verlenen aan zieken en ouderen en daarvoor uit publieke middelen worden betaald. Asscher bekijkt nog hoe hij de regels hiervoor kan aanpassen.