Nabestaanden van de zes Molukkers die in 1977 werden gedood, hebben de Staat aansprakelijk gesteld voor het in hun ogen veel te gewelddadige optreden van het leger destijds. Volgens hun advocaat Liesbeth Zegveld blijkt uit nieuw onderzoek dat zeker drie van de zes omgekomen kapers van dichtbij in de rug en het hoofd zijn doodgeschoten, terwijl ze al waren uitgeschakeld.

Voordat de media het rapport krijgen, wil het ministerie de direct betrokkenen bijpraten. De aparte, besloten bijeenkomsten zijn bestemd voor de gijzelaars die twintig dagen in de trein zaten, de mariniers die hen hebben bevrijd, de Molukse gemeenschap en als vierde groep apart de kapers of hun nabestaanden. Die laatste groep is overigens niet van plan te komen.