Kabinet scherpt toegang tot persoonsdata aan
DEN HAAG (ANP). Opsporingsdiensten moeten zich aan strengere regels houden om bewaarde bel- en internetgegevens van burgers in te kijken. Het kabinet wil opgeslagen data ook beter beveiligen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van mensen. Dat heeft minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie dinsdag aan de Tweede Kamer geschreven.
Aanleiding voor de aanpassing is een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Dat zette dit voorjaar een streep door een Europese richtlijn voor de opslag van persoonsgegevens om zware misdaad te kunnen aanpakken. Volgens Opstelten betekent dat niet dat de Nederlandse regels opeens ongeldig zijn, maar wijzigingen zijn wel nodig. De plicht voor providers om telecommunicatiegegevens op te slaan, blijft overeind, maar de inzagetermijn verandert.
Zo moeten belgegevens twaalf maanden worden opgeslagen, maar mogen ze alleen die hele periode worden geraadpleegd tijdens een opsporingsonderzoek als op het misdrijf een straf van acht jaar of meer bestaat. Als het gaat om misdrijven waarop minder dan acht jaar cel staat, wordt de toegang tot de gegevens gehalveerd naar zes maanden. Voor opgeslagen internetgegevens blijft dat op zes maanden. Overigens mogen de opgeslagen telecommunicatiegegevens pas worden ingezien als de rechter-commissaris daarvoor toestemming geeft, aldus Opstelten. Ook komt er beter toezicht op de naleving van de regels en de beveiliging van de bewaarde data.
De minister benadrukt dat de bewaarplicht belangrijk is om zware misdrijven zoals mensenhandel, kinderporno, jihadisme en moord te kunnen bestrijden.