Dat maakten de bestuurders van de twee organisaties maandag bekend.

Op dit moment verloopt de inkoop van christelijke jeugdzorg veelal via de zes grote zorgverzekeraars. Omdat de verantwoordelijkheid voor deze zorg wordt overgeheveld naar gemeenten moeten De Hoop en Eleos tegenwoordig zakendoen met de 41 samenwerkingsverbanden waarin gemeenten zich met het oog 
op een zo doelmatig mogelijke 
inkoop hebben georganiseerd.

Diverse samenwerkingsverbanden zijn echter niet bekend met het hulpaanbod van de christelijke organisaties. Bij Eleos en De Hoop bestond dan ook de vrees dat zij buiten de boot zouden vallen, doordat veel gemeenten de voorkeur zouden geven aan een doorverwijzing naar de plaatselijke en regionale jeugd-ggz.

Na tussenkomst van het ministerie van VWS is echter besloten de christelijke jeugdhulp aan te merken als een specialistisch zorgaanbod, waarvoor een zogeheten landelijke raamovereenkomst moet worden opgesteld. Een dergelijke overeenkomst beschrijft de rechten en plichten tussen gemeenten en gespecialiseerde zorgaanbieders. Alle gemeenten die Eleos en De Hoop willen opnemen in het gemeentelijk zorgaanbod kunnen op zo’n overeenkomst terugvallen. Het samenwerkingsverband Zuid-Holland-Zuid dat de overeenkomst als eerste tekende, is bereid op te treden als coördinator namens de overige regio’s.

Bestuurder De Gruijter van De Hoop verwacht dat veel regio’s in het land zullen aanhaken bij 
de raamovereenkomst, „zodat kinderen en hun ouders vanuit het hele land ook volgend jaar kunnen kiezen voor christelijke jeugd-ggz.”