„Het gaat niet over grote bedragen. Ik kan er een paar maanden huur van betalen”, zei Dautzenberg na het treffen van de financiële overeenkomst met Fontys. Hij geeft het geld aan Vereniging Martijn voor de advocaatkosten die de club heeft met de gang naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Martijn wil dat het verbod op de vereniging ongedaan wordt gemaakt.

Dautzenberg sloot zich in 2011 aan bij Martijn, als voorvechter van vrijheid van meningsuiting. Het kwam hem op diverse doodsbedreigingen te staan.

De schrijver was vanaf september studiebegeleider in Tilburg, totdat hij een maand later werd ontslagen. Het college van bestuur was niet op de hoogte van zijn aanstelling, zei Fontys destijds, en Dautzenberg was „te controversieel”. Dat was voor de schrijver een reden om een deel van zijn ontslagvergoeding aan Martijn te geven. „Tijdens mijn sollicitatiegesprek bij Fontys hebben we het over de vereniging gehad en toen was er geen bezwaar. Integendeel, de directeur wilde juist controversiële thema’s in het onderwijs behandelen.”

Een woordvoerder van Fontys liet weten niet op de zaak in te willen gaan.