De minister stelt dat hij donderdag niet bij het overleg over de kwestie betrokken was en dat de fractie het besluit heeft genomen. Hij noemde het desgevraagd „onzin”, dat Turken niet welkom zouden zijn binnen de PvdA.

Een functionaris van de Turkse ambassade, die belast is met religieuze zaken, feliciteerde Kuzu en Öztürk via Twitter eerder met hun „dappere en eerlijke positie.” Asscher wilde niet op die uitlatingen ingaan.

De Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan (PvdA) liet weten de kwestie schadelijk voor zijn partij te vinden, maar hij noemde het onvermijdelijk dat de twee uit de fractie zijn gezet. „Het is een verdrietige aangelegenheid”, aldus de burgemeester.

Ook minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken kenschetste de kwestie als „triest”. Hij wilde nog niet vooruitlopen op de mogelijke effecten die deze aangelegenheid op zijn partij kan hebben.