Het onderzoek concentreert zich op de kapitein van de Andinet en op de reder. De Andinet was onderweg naar het Noord-Duitse Bremerhaven toen het tijdens de storm van 21 december in problemen kwam. Drie containers met in totaal 630 vaten arseenpentoxide sloegen overboord, net als 63 losse vaten. Ook sloegen circa vijftig vaten aan boord lek, waardoor ongeveer 5000 liter gif de Noordzee in stroomde.

Het onderzoek richt zich op de verontreiniging van het zeewater, aldus de woordvoerder. „Het gaat om een lozing of storting op zee van een giftige stof.” Uit het onderzoek moet de mate van schuld blijken. „Zo proberen we te achterhalen of het gaat om een bewuste lozing of om een ongeluk.”

Ook moet duidelijk worden om wat voor stof het precies gaat. Dit wordt uitgezocht door de stoffen in de vaten in de container die woensdagavond naar boven werd getakeld, te onderzoeken. Verder hebben inmiddels verhoren plaatsgevonden van de kapitein van het schip en de andere mensen op de Andinet.

Afhankelijk van de inhoud van de containers, kan het onderzoek over ongeveer drie weken worden afgerond. Daarna beslist de officier van justitie wat gaat gebeuren. Deze beslissing zal in totaal nog een kleine maand op zich laten wachten.

Greenpeace is een van de partijen die heeft aangedrongen op het onderzoek. „Wij zijn blij dat justitie dit zo serieus heeft opgepakt”, aldus een woordvoerder. Daarbij zegt de organisatie wel dat het gelukkig is dat het voorval zich voordeed binnen de 12-mijlzone. „Anders was strafvervolging moeilijk geweest. Binnen deze zone is Nederland door de Wet voorkoming verontreiniging door schepen bevoegd op te treden als sprake is van vervuiling. Daarbuiten is hier geen regelgeving voor.”

Volgens Greenpeace moet Nederland ervoor zorgen dat de wetgeving geldt in een gebied tot 200 zeemijl uit de kust.