„Amnestiewet geen obstakel voor band Suriname”
PARAMARIBO (ANP). De Surinaamse amnestiewet waardoor de vermeende daders - onder wie Desi Bouterse - achter de Decembermoorden van 1982 op vijftien tegenstanders van het regime hun straf mogelijk ontlopen, staat diplomatieke betrekkingen niet langer in de weg. De nieuwe Nederlandse ambassadeur in Paramaribo, Ernst Noorman, legt in een exclusief interview met het ANP uit waarom:
„Ook als je een nauwe band met een land onderhoudt, kan je het over bepaalde zaken oneens zijn. Ons standpunt over de amnestiewet is niet veranderd. Nederland vindt nog altijd dat de politiek niet moet ingrijpen in een rechtsproces”, aldus Noorman. „De historische, culturele, familie- en vriendschapsbanden tussen Nederland en Suriname zijn zo groot, dat daar een vertegenwoordiging op het hoogste diplomatieke niveau bij hoort.”
Ook het feit dat president Bouterse in Nederland veroordeeld is voor betrokkenheid bij drugshandel, is geen reden de relatie bekoeld te houden. „In 2010 na de verkiezingen heeft Nederland de keus van het Surinaamse volk gerespecteerd en daarmee ook Desi Bouterse als president erkend. Dat hebben we altijd gezegd. Maar de regering kan niet voorbijgaan aan de uitspraak van de rechter die Bouterse veroordeeld heeft.”
Toch heeft het bijna heeft twee jaar geduurd voor de Surinaamse regering Noorman officieel als ambassadeur heeft geaccepteerd. De verontwaardiging aan Surinaamse kant over de uitspraken in 2010 van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen (CDA) dat Bouterse niet welkom was in Nederland, bleek diep te zitten.
Maar de vasthoudendheid en het charmeoffensief van Noorman hebben nu toch het gewenste resultaat opgeleverd. Het besluit van Suriname om in Nederland ook weer een ambassadeur te benoemen is daar een voorbeeld van, vindt Noorman. „Dat onderstreept de gedeelde wens om de diplomatieke betrekkingen te normaliseren. ”
Toen Noorman in juni 2013 in Suriname als zaakgelastigde begon, was hij verheugd over de vele projecten die de ambassade op het gebied van vooral cultuur en sport steunde. „Al snel werd mij duidelijk dat de relatie tussen beide volken helemaal niet bekoeld was. Zo is de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties uit beide landen heel intensief. Maar nu wordt het ook mogelijk om op het allerhoogste politieke niveau, met ministers dus, in gesprek te gaan om te kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen. En dat is belangrijk.”
Een van de onderwerpen die Suriname naar verwachting zal agenderen is de wens om Surinaamse Nederlanders meer bij hun vaderland te betrekken. „Zowel de regering als oppositie in Suriname vindt dat diasporabeleid belangrijk. Het is primair iets van Suriname, maar als Suriname Nederland daarvoor nodig heeft, kunnen wij daarover in gesprek gaan”, aldus Noorman.