Politiek slaat alarm om houding Turken
DEN HAAG. Politiek Den Haag reageert verontrust op een onderzoek waaruit blijkt dat Turkse en in mindere mate Marokkaanse jongeren geen problemen hebben met het geweld van islamitische terreurgroepen zoals Islamitische Staat (IS).
Uit onderzoek van Motivaction dat dinsdag werd gepresenteerd, blijkt dat 80 procent van de Turkse jongeren in Nederland het niet afkeurt dat er uit naam van de jihad geweld wordt gebruikt tegen mensen met een ander geloof. Negentig procent van hen ziet Syriëgangers als helden. Van de Marokkaanse jongeren geldt dat voor 18 procent.
Minister Asscher van Sociale Zaken reageert geschokt. Hij laat onderzoeken of de cijfers kloppen en wil in gesprek met jongeren, ouders en moslimorganisaties.
VVD, PvdA, PVV en SGP sloegen dinsdag alarm. VVD-Kamerlid Azmani vindt de uitkomsten van het onderzoek „schokkend” en voor zijn partij „volstrekt onacceptabel.” Volgens CDA-Kamerlid Heerma is de grote sympathie die er is voor IS en jihadgangers „ondermijnend voor onze rechtstaat.” Ze staat volgens hem „haaks op de joods-christelijke waarden waar onze samenleving in geworteld is.” Wilders ziet in de cijfers een bevestiging van zijn gelijk. SGP-Kamerlid Van der Staaij is ook „buitengewoon verontrust.”
Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), een samenwerkingsverband van 380 moskeeën, reageerde dinsdag „met ontsteltenis” op het onderzoek onder Turkse en Marokkaanse jongeren.
Volgens het AD ruziet de PvdA-fractie in de Tweede Kamer over het integratiebeleid van partijgenoot Asscher. De Turkse Kamerleden Kuzu en Öztürk vinden dat de bewindsman vier conservatief-religieuze Turkse stromingen en organisaties ten onrechte extra eisen oplegt over integratie.