Kerk & religie

Wie bidt?

Jakobus 5:16b

B. Smijtegelt
12 November 2014 08:01Gewijzigd op 15 November 2020 14:17

„Een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel.”

Het gaat hier om een gelovig gebed van een gelovig bidder. Zij geloven in God, in de Zoon Gods, in Gods Geest. Zij geloven aan de beloften Gods, dat die zeker zullen zijn, omdat God waarachtig, machtig en getrouw is. Zij maken daar aanspraak op: dat Hij op Zijn tijd alles ten goede zal keren. Dát is een krachtig gebed.

Wij lezen dat toen Ahasveros niet slapen kon en zei: „Wie is daar in het voorhof?”, zijn knechten zeiden: „Het is Haman.” O, onze God let ook zo nauw op wie er komt bidden. Klinkt er een krachtig gebed, dan zegt God: „Wie is daar in Mijn voorhof?” Is het een goddeloze die bidt om koren en most opdat hij het in zijn wellusten zou doorbrengen? Dan zegt God: „Ik heb er een gruwel aan.” Al was het een blindgeborene die nooit gezien had, zelfs die zou het met de ogen van zijn verstand zien dat God de zondaars niet hoort (Joh. 9:31).

Het moet echter een rechtvaardige zijn die bidt. Dat is een mens die van genade leeft. Het is een mens die door het geloof in de Heere Jezus zijn gerechtigheid zoekt, en zo heilig zoekt te leven als een licht schijnende in het midden van een krom en verdraaid geslacht (Filip. 2:15), zoals een Jozef in Egypte, een Daniël in Perzië en in Babel, en een Mozes aan het hof van Farao.

B. Smijtegelt,
predikant te Middelburg

(”Een woord op zijn tijd”, 1761)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer