Nederlanders beveiligen zichzelf in kamp Mali
DEN HAAG (ANP). Nederlandse militairen beveiligen zichzelf voorlopig zelf in hun kamp in Gao in het noordoosten van Mali. De Chinezen, die daarmee waren belast, zijn er in overleg met de Verenigde Naties mee gestopt.
Dat heeft minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie dinsdag in een debat in de Tweede Kamer gezegd. Volgens haar waren de Chinezen elders in Mali nodig. Bovendien schoot hun beveiligingswerk soms tekort. Het is de bedoeling dat militairen uit Bangladesh uiteindelijk de bewaking van het hele kamp voor hun rekening nemen. Tot die tijd doen 38 Nederlandse militairen dat zelf. De VN heeft toegezegd de kosten hiervoor te compenseren, aldus Hennis.
Een groot deel van de Kamer uitte zorgen over de beveiliging van het kamp. Ook wilden veel fracties weten wanneer de Nederlanders terecht kunnen in containers, om hen te beschermen tegen mogelijke raketaanvallen. Eind januari kunnen alle militairen in een container slapen, zei Hennis. Nu doen velen dat nog in tenten. De oplevering van de containers heeft echter flinke vertraging opgelopen, vooral door de „lange logistieke lijnen”.
Hennis benadrukte dat het kabinet niet marchandeert met de veiligheid van de Nederlanders en de omstandigheden waaronder ze hun werk moeten doen. De militairen hebben volgens haar de juiste uitrusting en voldoende robuust materieel. De omstandigheden in het woestijnklimaat zijn zwaar, maar de militairen zijn opgeleid om in zo’n situatie te opereren. Bepaalde reservedelen, bijvoorbeeld voor haperende wc’s, worden versneld naar Mali vervoerd. Ook zijn de werktijden aangepast en wordt het voedselrantsoen aangevuld tot een meer gevarieerd menu, aldus de minister.
De 450 Nederlandse militairen in Mali verzamelen en analyseren inlichtingen voor de VN-missie Minusma. Die moet de veiligheid en stabiliteit in het West-Afrikaanse land herstellen. Volgens minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken, die de VN-missie tot voor kort leidde, kunnen de doelen ervan worden bereikt. „Mali is geen hopeloos geval”, zei hij in zijn eerste Kamerdebat sinds hij weer minister is. De kans op een vredesakkoord is „redelijk groot”.