Opinie

Dien protestantse gemeenschap met symbolen

De soberheid in de protestantse kerken vraagt om een heroriëntatie op symbolen en architectuur, aldus GerhardMark van der Waal en Ida Slump-Schoonhoven.

GerhardMark van der Waal en Ida Slump-Schoonhoven
10 November 2014 09:12Gewijzigd op 15 November 2020 14:14
„Een doopvont, avondmaalsstel, opengeslagen Statenbijbel of kruis in onze kerken bewijzen dat we eigenlijk niet “symboolallergisch” zijn. Maar de Bijbel zelf reikt ons nog veel meer aan.” beeld RD, Henk Visscher
„Een doopvont, avondmaalsstel, opengeslagen Statenbijbel of kruis in onze kerken bewijzen dat we eigenlijk niet “symboolallergisch” zijn. Maar de Bijbel zelf reikt ons nog veel meer aan.” beeld RD, Henk Visscher

„De kerken in de traditie van Calvijn zijn altijd sober geweest, soms tot op het bot.

Witkalk weerkaatst het scheppend woord, splinter en balk.

Wie hier wat voelen wil moest maar eens horen.”

Het zijn dichtregels van Henk Knol, die de situatie vangen zoals die van oudsher in de protestantse kerken is: zichtbare symbolen van wat er verkondigd wordt ontbreken. Maar deze regels doen meer. Ze laten ook iets merken van het gemis dat de dichter voelt.

Gemis

Hij staat in dat gemis niet alleen. Lange tijd is voor de meeste gelovigen de soberheid van liturgie en kerkgebouw geen probleem geweest. Maar steeds meer mensen lijken behoefte te hebben aan beelden, symbolen en rituelen, ter ondersteuning van de geloofsbeleving. Ze ervaren de kale muren van het kerkgebouw als een schril contrast met de zintuiglijke rijkdom van de schepping.

Hoe is deze verandering te verklaren? Zijn wij als gelovigen veranderd?

Misschien wel. Tijdens de viering van Hervormingsdag dit jaar in de Bovenkerk te Kampen wees Tom Wright op een stukje eenzijdigheid van protestantse kerken: er is veel aandacht voor de rechtvaardigmaking, maar weinig voor het werk van de Heilige Geest. Bij heiligmaking komt ook de gemeenschap in beeld, en laat dat nu net de achilleshiel zijn van veel protestanten.

Een gemeenschap is geen abstractie, maar concrete werkelijkheid en juist daarom zo moeilijk waar te maken. Dat begint natuurlijk bij de inhoud van onze erediensten. We ontmoeten de God Die met ons spreekt en wij antwoorden op wat Hij zegt – dat is ten minste de bedoeling.

Maar de inhoud kan niet losgemaakt worden van de vorm, wat soms juist gebeurt bij een te sterke accentuering van de rechtvaardigmaking. Het gevaar dreigt dan dat ons geloof louter een persoonlijke zaak wordt en de gemeenschap ver te zoeken is.

De wijze waarop de eredienst is ingericht, inclusief hoe de ruimte van de eredienst eruitziet, is van groter belang dan doorgaans gedacht. Liturgie en interieur kunnen het stichten en onderhouden van de geloofsgemeenschap ondersteunen of ondermijnen.

Verloren bescheidenheid

Een mooi voorbeeld is de schaal en aankleding van onze kerkgebouwen. Tot omstreeks 1250 hadden kerkgebouwen een menselijke schaal. Vóór die tijd ontbrak de kennis om grote ruimtes te overspannen. Daardoor was de kerkruimte intiem. Er kon in de eredienst interactie zijn, gemeenschap geoefend worden.

Na 1250 domineert de kerk als instituut vanuit Rome en worden er gigakerken gebouwd. Als reactie hierop volgt de emancipatie van de autonome mens tijdens de renaissance. Bij de glorificatie van de kerk als instituut en van het onafhankelijke individu gaat het schaalgevoel van kerkgebouwen, de bescheidenheid, verloren. Dat geldt ook van de aankleding van het interieur door Bijbelse geschiedenissen en symbolen ter ondersteuning van de gemeenschap.

Rond 1250 worden die vervangen door verheerlijking van de kerkelijke hiërarchie, van de vele heiligen en later ook van de genius van de kunstenaar zelf.

Het lijkt nu alsof protestantse kerken van witkalk net zo’n ”beeldmerk” gemaakt hebben als de oudere roomse kerken van hun beeldenparade. Vanuit de gedachte dat er geen ruimte is voor ”boeken der leken” zijn we blijkbaar vergeten dat we allemaal ondersteuning nodig hebben.

Waarvoor zijn bijvoorbeeld de doop en het avondmaal anders mede ingesteld? Ze herinneren ons aan twee pijlers van het christelijk geloof: opname in het verbond en redding door de kruisdood van Christus.

Heilsdaden

Een doopvont, avondmaalsstel, opengeslagen Statenbijbel of kruis in onze kerken bewijzen dat we eigenlijk niet ”symboolallergisch” zijn.

De Bijbel zelf reikt ons echter nog veel meer aan, zoals de wijnstok, de levensboom, de herder, de kandelaar, het lam. Deze symbolen activeren ons geheugen en roepen Bijbelse teksten op.

Laten we met elkaar nadenken over hoe we de gemeenschap kunnen dienen met het kerkgebouw en met symbolen die ons aan de heilsdaden van God herinneren en naar de toekomst wijzen. Hoe zou de verkondiging van het Woord, centraal in protestantse kerkdiensten, ondersteund kunnen worden door een doorleefd kerkgebouw? Een gebouw dat een menselijke schaal voert, ons inspireert en herinnert om Jezus te volgen.

Misschien ligt hier een mooie uitdaging voor leiders in de kerken, creatievelingen, architecten en kunstenaars.

De auteurs zijn respectievelijk architectuurhistoricus en cultuurwetenschapper. Beiden doceren de cursus ”Kunst, samenleving en geloof” van ForumC-Kunst, die vanaf morgen van start gaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer