Naderende ontknoping in zaak PKN tegen de staat
AMSTERDAM. „Het onthouden van onderdak, voedsel en kleding aan (uitgeprocedeerde) asielzoekers”, was begin vorig jaar aanleiding voor de Protestantse Kerk om een klacht in te dienen tegen de Nederlandse staat. Maandag wordt het eindoordeel openbaar.
De uitkomst laat nog even op zich wachten, maar de uitspraak van het Europees Comité voor de Sociale Rechten lijkt uit te vallen in het voordeel van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De kerk organiseert maandagmiddag een bijeenkomst waarin uitgebreid wordt stilgestaan bij de procedures en de besluitvorming in dit langdurige proces. De Telegraaf meldde donderdag al op basis van „bronnen rond het kabinet” dat Nederland uitgeprocedeerde asielzoekers moet gaan opvangen. De krant meende ook al te kunnen constateren dat het kabinet die „politiek omstreden aanbeveling” voorlopig naast zich neerlegt.
Signaal
De Protestantse Kerk diende de klacht op 17 januari 2013 via de Conferentie van Europese Kerken (CEC) in bij de Raad van Europa. De Nederlandse staat reageerde op 3 mei dat jaar op de aanklacht en liet weten dat personen die illegaal in Nederland verblijven niet vallen onder het Europees Sociaal Handvest, dat opvang verplicht stelt. Het Europees Comité voor de Sociale Rechten nam de klacht in juli vorig jaar echter wel in behandeling. Een hoopvol signaal voor de Protestantse Kerk.
De scriba van het moderamen van de kerk, dr. A. J. Plaisier, reageerde destijds blij op de beslissing van het Europees comité. Hij stelde dat daardoor de positie van kerken in Europa is erkend. „De Europese kerken komen op voor de waardigheid van mensen die op straat zijn gezet. Juist als het gaat om kwetsbare mensen komt de kerk voor hen op.”
Op 9 juli dit jaar zond het Europees Comité voor de Sociale Rechten zijn eindoordeel naar het Comité van Ministers van de Raad van Europa. Maandag wordt dit openbaar gemaakt in een speciale bijeenkomst in het gebouw van Amnesty International in Amsterdam.
In afwachting van het oordeel liet burgemeester Van Aartsen van Den Haag dinsdag weten dat de twintig vluchtelingen die in een gebouw aan de Haagse Zilverstraat opgevangen worden, daar tot 8 december mogen blijven. De burgemeester deed dat „mede gelet op de gevoelens vanuit de samenleving”, in afwachting van de uitspraak van het comité.
Hij gaf daarbij wel aan dat Burgemeester en Wethouders niet verantwoordelijk zijn voor het vreemdelingenbeleid van het Rijk en dat het college van B en W nooit heeft verwacht dat opvang van deze mensen „tot een verblijfsvergunning of terugkeer zou leiden. Alleen betrokkenen zelf en de rijksoverheid zijn en blijven hiervoor verantwoordelijk.”
Het is voor het eerst in de geschiedenis dat de Protestantse Kerk een klacht indiende tegen de Nederlandse staat. Ze lijkt daarmee succes te boeken. Als het comité de kerk in het gelijk stelt, betekent dit dat de staat verplicht is de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers te verzorgen.