Universiteit moet Nederlands niet verkwanselen
Engelstalig onderwijs aan de Nederlandse universiteit is funest voor student, docent en maatschappij, stellen vier universitair docenten in een manifest.
Al een aantal jaren zien we dat Nederlandse universiteiten het gebruik van Engels in het onderwijs stimuleren. Deze trend komt enerzijds voort uit de correcte constatering dat in een globaliserende academie de beheersing van het Engels onontbeerlijk is geworden, anderzijds spelen financiële factoren een rol: door Engelstalig onderwijs aan te bieden hoopt men buitenlandse studenten aan te trekken. Hoe begrijpelijk beide motivaties ook zijn, toch pleiten wij ervoor die ontwikkeling een halt toe te roepen.
Ofschoon de mens zich, behalve in taal, ook uitdrukt in, bijvoorbeeld, muziek, beeldende kunst en wiskunde, vormen gesproken en geschreven teksten de voornaamste bron voor onze kennis van wie we zijn. En willen we beter begrijpen wat de niet-talige aspecten van de humaniteit betekenen, dan gebruiken we taal om onze gedachten te bepalen en met anderen daarover te communiceren.
Taal is echter een veelvormig, uiterst fijnmazig, soms ongrijpbaar, soms regelrecht manipulatief instrument. Een van de taken van de geesteswetenschappen is dan ook de bestudering van dit instrument zelf. In die zin houden de humaniora, om de traditionele term te gebruiken, zich bezig met de kern van alle intellectuele activiteiten.
Wie op dat vlak enige progressie wil boeken, dient een uitmuntend taalgebruiker te zijn. Vrijwel niemand beheerst vreemde talen op hetzelfde niveau als zijn moedertaal. Het is dus vanuit die, van jongs af aan verfijnde, expertise dat men nieuwe terreinen exploreert, of het nu Grieks drama, Italiaanse schilderkunst of Chinese propaganda betreft.
Leerproces
Het vwo schijnt in Nederland op een, internationaal gezien, behoorlijk niveau te staan. Inderdaad zijn de meeste Nederlandstalige studenten die ieder jaar de universiteiten binnenstromen, mondig, nieuwsgierig en intelligent. Tegelijkertijd moeten we constateren dat hun mondelinge, maar vooral hun schriftelijke taalbeheersing in het Nederlands vaak ernstig tekortschiet. Het gaat om jonge mensen die nog aan het begin van hun academische vorming staan en die nog moeten leren hoe men zorgvuldig leest, interpreteert, redeneert, argumenteert en formuleert, hetgeen een proces is dat bij de meeste studenten enkele jaren in beslag neemt. Het is evident dat dit leerproces ernstig gecompliceerd zou worden indien het plaatsvindt in een taal die de student maar half beheerst.
Kerntaak
Daar komt bij dat de academie niet alleen verantwoordelijkheid draagt voor zichzelf, maar ook voor de maatschappij. Hoewel er altijd studenten zijn die doorstromen naar promotieplaatsen en zich een positie willen verwerven in de internationale academische gemeenschap, vindt het overgrote deel van onze studenten emplooi in eigen land, waar ze, gezien hun hoge opleidingsgraad, vaak terechtkomen in veeleisende functies. Het is daar dat ze moeten bewijzen kritische denkers, communicatieve onderzoekers en intelligente collega’s te zijn. Studenten goed leren spreken, luisteren, lezen en schrijven behoort tot kerntaken van de universiteit.
In dit kader is het van belang op te merken dat de meeste docenten, hoe goed hun Engels soms ook is, aangeven dat Engelstalig onderwijs een aanzienlijk zwaardere belasting vormt dan onderwijs in de eigen taal. Waar je in je eigen taal precies kunt uitdrukken wat je wilt –wat soms al moeilijk genoeg is, zeker als het zaken betreft die buitengewoon subtiel en gecompliceerd van aard zijn– kom je in een vreemde taal soms niet verder dan grove, algemene formuleringen, en zelfs dan moet je maar hopen dat de studenten begrijpen wat je bedoelt. Erger is dat goede docenten hun welsprekendheid wordt afgenomen. In plaats van bevlogen en inspirerende sprekers worden ze, in het beste geval, adequate docenten. Dat is een onschatbaar verlies.
Nationaal zelfrespect
Zonder een nationalistisch of protectionistisch standpunt te willen innemen, wijzen we voorts op een maatschappelijke discussie waarin gesteld wordt dat ons land zijn eigen taal en cultuur niet mag verkwanselen. Hier speelt een element van nationaal zelfrespect mee. Wie aan Franse, Spaanse of Italiaanse universiteiten gaat studeren, zal de talen van die landen moeten leren om op enig niveau te kunnen meedraaien. Nu weten we wel dat Nederland een relatief klein land is, toch zou het van kracht en zelfvertrouwen getuigen als we bij het aantrekken van buitenlandse studenten de eis zouden stellen dat ze eerst Nederlands leren, net zoals dat in de landen om ons heen verlangd wordt. Indien ze hier komen om goed Engels te leren, vergissen ze zich. We moeten niet willen pretenderen iets te kunnen wat we niet waarmaken. Het zou een daad van academische integriteit zijn dat toe te geven. Als dat ons studenten kost, moet dat maar. Beter goed onderwijs aan een beperkte groep dan matig onderwijs aan hele volksstammen.
Dit is een verkorte versie van het manifest dat is opgesteld door Lucinda Dirven, Emilie van Opstall, Mieke Koenen en Piet Gerbrandy. Zij zijn universitair docent bij de opleidingen GLTC en geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam.