Behoudende christenen VS bleven partij trouw
Conservatieve christenen in Amerika gaven dinsdag bij de verkiezingen de doorslag voor het succes van de Republikeinen. Zij bleven trouw aan hun partij. Hun kandidaten verdienden minder.
Iedere politieke waarnemer in Amerika weet het: Bij tussentijdse verkiezingen voor het Congres komen meer Republikeinen naar de stembus dan Democraten. Dat is al jaren zo. De tweede waarheid is dat binnen de groep Republikeinse kiezers de blanke evangelicalen het meest trouw zijn.
Zo was het ook dinsdag bij de verkiezingen voor Senaat en Huis van Afgevaardigden. Ruim een kwart van de opgekomen kiezers noemt zich blank en evangelicaal. Van deze groep stemde 78 procent op een Republikeinse kandidaat. Politieke analisten hebben inmiddels geconcludeerd dat de blanke, evangelicale kiezers grotendeels verantwoordelijk zijn voor de winst van de Republikeinen. Die partij kreeg door de verovering van zeven Senaatszetels op de Democraten de meerderheid in dat deel van het Congres. En de reeds bestaande meerderheid in het Huis van Afgevaardigden wist de Grand Old Party (GOP), zoals de Republikeinse Partij ook wel wordt genoemd, uit te breiden.
Met name de prolifebeweging in de VS is blij. Zij ziet in de winst van de Republikeinen een duidelijk signaal dat een groeiende groep Amerikanen genoeg heeft van de liberalisering van het abortusbeleid.
Marjorie Dannenfelser, voorzitter van de prolifeorganisatie Susan B. Anthony List, zei in een reactie: „De overweldigende overwinning van de prolifekandidaten bewijst dat de bodem is weggevallen onder de strategie die is gericht op verdere verruiming van de abortusregeling.”
Ook de voorzitter van de machtige ethische commissie van de Zuidelijke Baptisten, Russell D. Moore, liet zich in die richting uit. „Deze verkiezingen laten zien dat het prolifestandpunt kan winnen. Kandidaten die zich expliciet hebben uitgesproken tegen abortus haalden een zetel binnen.”
Verschillende vertegenwoordigers van de prolifebeweging wijzen met enthousiasme op de uitkomst van de stemming in de staat Tennessee. Daar keurde de kiezer een amendement goed dat de grondwet van die staat wijzigt, waardoor abortus moeilijker wordt. Het effect zal onder meer zijn dat het abortustoerisme vanuit de aangrenzende staten Alabama en Mississippi –waar een strenger abortusbeleid geldt– zal afnemen.
Een echt verbod op abortus is niet mogelijk, omdat het federale hooggerechtshof in 2000 heeft bepaald dat in elke staat het „recht op abortus” gegarandeerd moet zijn. „Maar de uitkomst in Tennessee is wel een goede indicatie dat het standpunt van de bevolking van ons land aan het schuiven is. Men gaat zich afvragen of het doden van ongeboren leven wel zo gewenst is”, zei Moore woensdag.
Toch toont de uitslag van de stemmingen in andere staten aan dat dit bepaald nog niet in heel de VS het geval is. In de staat Colorado kreeg een voorstel om wettelijk te bepalen dat een foetus vanaf de conceptie al een persoon is, geen meerderheid. Dat was een tegenslag voor de prolifebeweging, al wijst die er wel op dat de winnende kandidaat voor de Senaat, Cory Gardner, een uitgesproken vertegenwoordiger is van de prolifegedachte.
Overigens heeft niet alleen de abortuskwestie de evangelicale kiezer gemotiveerd om zijn stem aan de Republikeinen te geven, zegt Chad Connelly van de Republican National Committee. „Ook de zorgen over de economie, over het morele verval en de afkeer van Obama’s politiek hebben een belangrijke rol gespeeld.”
Zijn conclusie wordt gedeeld door Robert P. Jones van het Public Religion Research Institute. „Bij deze verkiezingen ging het meer om ”tegen Obama” dan ”vóór de GOP”. Dat heeft ook de ingehouden toon in verkiezingstoespraken van veel Republikeinse kandidaten bepaald.”
Wie de campagnes van de verschillende Republikeinse kandidaten analyseert, komt inderdaad tot de conclusie dat zij verschillende thema’s die zeker evangelicalen belangrijk vinden, hebben laten liggen. Zo kwam de kwestie van het homohuwelijk maar weinig aan de orde.
Zelfs de abortusproblematiek speelde in de verkiezingsstrijd een bescheiden rol. Cory Gardner gaf aanvankelijk zonder voorbehoud zijn steun aan het voorstel om de foetus als een juridisch persoon te zien. Later nuanceerde hij zijn standpunt, waardoor ook meer liberaal denkende kiezers hem zouden kunnen steunen. De Republikeinse kandidaat voor de staat Iowa, Joni Ernst, deed iets vergelijkbaars. Aanvankelijk toonde ze zich een absoluut tegenstandster van zwangerschapsafbreking. Later zei ze zich situaties in te kunnen denken waarin toch voor een abortus gekozen moest kunnen worden. Het motief? Zo veel mogelijk stemmen binnenhalen. Voor sommige evangelicalen was dit zeer teleurstellend, zegt onderzoeker Jones. „Desondanks bleven zij trouw aan hun partij.”
De conservatieve politiek veteraan Ralph Reed ergert zich aan dit „te grabbel gooien” van principes uit politiek winstbejag. Als leerling van de roemruchte televisiedominee en politiek activist Pat Robertson toont hij zich strijdbaar. „Dit verraad zullen we moeten ontmaskeren. Conservatieve christenen moeten tonen waarvoor ze staan.”