Gemeenten onder vuur om communicatie over zorgwet
APELDOORN. De manier waarop gemeenten burgers informeren over veranderingen in de zorg is in veel gevallen onjuist.
Dat stelt Ieder(in), de koepelorganisatie van chronisch zieken en mensen met een beperking. De belangenbehartiger stoort zich met name aan standaardbrieven, waarin staat dat gemeenten vanaf 1 januari geen eenvoudige schoonmaakhulp meer kunnen verstrekken aan burgers die daaraan behoefte hebben, vanwege het in werking treden van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Dergelijke brieven suggereren volgens Ieder(in) dat de mogelijkheid om via de gemeenten schoonmaak- hulp te ontvangen hoe dan ook vervalt. „Standaardbrieven ontberen echter het gedegen onderzoek en de deugdelijke, op de situatie van de aanvrager toegespitste motivering die de WMO vereist”, aldus een woordvoerster van Ieder(in) vanochtend desgevraagd.
„Mij lijkt het dat het gemeenten zeker vrijstaat om te benadrukken dat ze niet meer verplicht zijn om aan iedereen die dat vraagt huishoudelijke hulp te bieden”, stelt juriste Ingeborg Lunenburg, die veel gemeenten adviseert over de WMO. „Maar suggereren dat erom vragen al bij voorbaat zinloos is, gaat een stap te ver.”
Nauwgezet communiceren is vooral geboden richting burgers die onder de oude WMO nog met succes een aanvraag voor huishoudelijke hulp indienden. Een deel van hen kreeg daarbij te horen dat deze hulp zou doorlopen tot na 1 januari 2015 en valt nu om die reden onder het zogeheten overgangsrecht.
Meerdere gemeenten waaronder het Friese Dantumadiel hebben ook deze groep laten weten dat hun schoonmaakhulp wordt afgeschaft. Tegen het besluit zijn beroep en bezwaar mogelijk. De advocaat van een hoogbejaard echtpaar uit Dantumadiel dat met intensieve, gecombineerde zorg nog zelfstandig woont kondigde donderdag een kort geding aan tegen dit besluit.
Zorgwethouder Bos (CDA) van Dantumadiel liet vanochtend weten de uitspraak van de rechter af te wachten, alvorens het besluit mogelijk te herzien. „Het betreft een proefproces, waarin wij ondersteund worden door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten VNG.”