Binnenland

Rechtbank worstelt: welke straf moet Syriëganger krijgen?

DEN HAAG. Drie jaar voor een Syriëganger en vier jaar voor zijn vrouw die ronselde. Dat eist justitie in de eerste inhoudelijke rechtszaak tegen Syriëgangers. Gaat die zaak een veroordeling opleveren of niet? De afwegingen van de rechters zullen nauwlettend worden gevolgd.

Jacob Hoekman
5 November 2014 12:27Gewijzigd op 15 November 2020 14:07
Beeld ANP
Beeld ANP

Een bruine djellaba, lange, zwarte krullen en een klein sikje. Dat is de verschijning van Maher H. voor de rechtbank. De afgelopen twee dagen stond H. in Den Haag terecht voor de verdenking van deelname aan de gewapende jihad in Syrië.

Dat is een bijzondere zaak, want H. is de eerste teruggekeerde Syriëganger tegen wie een inhoudelijk proces wordt gevoerd. Het is een proces waar ongetwijfeld naar zal worden terugverwezen, zoals bekenden van H. heel goed weten. Om die reden volgen zij vanaf de publieke tribune met argusogen de gang van zaken in de rechtszaal.

Toch mag de zaak geen proefproces genoemd worden, vindt het openbaar ministerie. Maar ook de officieren van justitie erkennen dat het wel degelijk de eerste terugkeerder is die terechtstaat. „Aan u de taak om voor het eerst in onze geschiedenis helderheid te scheppen in deze kwestie”, houdt het OM de driekoppige rechtbank voor.

Vaststaat dat H. inderdaad in Syrië is geweest. Hij vertrok vorig jaar zomer en kwam in december weer terug. Enkele maanden later, in april dit jaar, werd hij opgepakt. Sindsdien zit hij vast op de zwaarbewaakte terroristen­afdeling van de Rotterdamse gevangenis De Schie.

Maar de grote vraag is of de rechter inderdaad bewezen acht dat H. in Syrië mee heeft gedaan aan de gewapende jihad. Het openbaar ministerie is daar zeker van en beroept zich daarvoor op allerlei uitlatingen van H. op sociale media.

Tijdens de zitting beweert H. juist steeds dat hij in Syrië alleen maar actief was in de hulpverlening. Het OM gelooft die lezing niet. Drie jaar cel zou H. moeten krijgen, vindt het OM.

Toch is H. volgens het OM nog niet eens de grootste vis. Zijn vrouw, Shukri F. (20) uit Zoetermeer, heeft hem over de streep gehaald om samen met haar naar Syrië te vertrekken, zo luidt het verwijt.

En dat heeft ze niet alleen met H. gedaan. Shukri F. probeerde in totaal zes mensen te werven en „geestelijk rijp te maken voor afreis naar Syrië”, vermoedt het OM. Onder hen was een aantal vriendinnen die als „jihad­bruiden” moesten dienen. Tegen F. werd gisteren voor de rechtbank in Den Haag vier jaar onvoorwaardelijk geëist voor het ronselen van deze zes mensen.

Uitspraak op 1 december.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer