‘Jihadganger’: ik verleende hulp in Syrië
DEN HAAG (ANP). ‘Jihadganger’ Maher H. (20) heeft in Syrië hulp verleend. Dat verklaarde hij maandag tijdens het proces tegen hem voor de rechtbank in Den Haag.
„Ik heb voedselpakketten uitgedeeld en gemaakt. Ook heb ik in een magazijn met hulpgoederen geholpen’, vertelde hij. ,Ik moest onder meer voedselpakketten, dekens, kleding en medicijnen uit vrachtwagens en busjes halen.”
De verdachte moet zich bij de rechtbank verantwoorden voor terroristische misdrijven. Hij heeft volgens het Openbaar Ministerie van maart 2013 tot begin februari 2014 voorbereidingen getroffen en daarna meegedaan aan de strijd in Syrië. Hij is de eerste zogenoemde Syriëganger die moet terechtstaan.
De Nederlander zegt zelf dat op de plek waar hij in Syrië verbleef onder meer Unicef en een Duitse en Saudische hulporganisatie actief waren. Hij verklaarde met een groep van ongeveer 20 mensen te hebben gewerkt. Of daar ook andere Nederlanders en Belgen bij waren, wil hij niet zeggen.
Maher H. benadrukte dat hij het als een verplichting zag om te gaan helpen in Syrië. „Wat er in Syrië gebeurt. Het is heel erg en onrechtvaardig. Daarom ben ik naar Syrië gegaan.”
De politie heeft een foto van hem achterhaald, waarop H. in Syrië trots met een kalasjnikov staat. „Waarom zie ik deze foto van u en geen foto van u met een voedselpakket?”, vroeg de rechter hem.
„Dan zou ik laten blijken hoe goed ik mezelf zou vinden. Dat wil ik niet’, antwoordde hij. ,Ik vond het ook stoer om met een kalasjnikov op de foto te staan. Nee, dat lijkt niet op hulpverlening”, moest hij erkennen.
De rechter gaat maandagmiddag nog door met het ondervragen van H. Dinsdag formuleert en motiveert het Openbaar Ministerie de strafeis tegen hem.
Ook moet zijn vrouw Shukri F. maandag nog voor de rechter verschijnen. Zij wordt ervan beschuldigd dat ze contacten heeft onderhouden met jihadisten in Syrië. Ook probeerde ze mensen te werven en „geestelijk rijp te maken voor afreis naar Syrië”, vermoedt het OM.