Open Doorsdag: kerk groeit in verdrukking
UTRECHT. Tijdens de landelijke Open Doorsdag, zaterdag in Utrecht, spraken drie predikanten uit Syrië en Irak en de Centraal-Afrikaanse Republiek. Landen die respectievelijk op plaats drie, vier en zestien staan van de ranglijst christenvervolging van Open Doors.
Hoe verschillend deze landen ook zijn, de verhalen kenden opvallende overeenkomsten. Aan de ene kant huiveringwekkende verhalen van moord, verkrachting en onderdrukking tot aan onthoofdingen en kruisigingen toe. Maar te midden van de vervolging komen in alle drie de landen vele mensen tot geloof en groeien kerken naar elkaar toe. Pastor Farouk uit Irak: „In één week werken in Irak zag ik meer vrucht op mijn werk dan al die 23 jaren in Australië.”
Tjalling Schotanus, directeur van Open Doors, stelde in zijn openingswoord voor de ruim 7000 bezoekers dat hij de vrucht op het Evangelie bij vervolgde kerken ziet als een vervulling is van een Bijbelse belofte: „Vervolging brengt de kerk dichter bij de Man van smarten.” Het thema van de dag, ”Geloof zonder grenzen”, liet volgens de Open Doorsdirecteur zien dat vervolging niet losstaat van de kerk in het Westen: „Er is maar één kerk, en daarom zijn wij verbonden met de vervolgde kerk. Deze dag is als een spiegel. Ik denk dat Gods genade veel beter begrepen wordt door vervolgde christenen dan door ons.”
Tegelijkertijd benadrukte ds. Ron van der Spoel dat de aanwezigen „hier niet voor zichzelf zijn, maar voor hen. We gaan voor hen bidden, en hen bemoedigen middels het opsturen van videobeelden van ons gezang.” Ds. Van der Spoel probeerde in zijn overdenking een duiding te geven aan de oprisping van het wereldwijde geweld deze zomer. „Wat hier gaande is, is een geestelijke strijd tussen het vrouwenzaad en het slangenzaad. De duivel gaat rond als een briesende leeuw.” Toch is het volgens ds. Van der Spoel niet hopeloos: „God is erbij en Hij ontfermt Zich. Uiteindelijk regeert niet ISIS of Boko Haram, maar Jezus, Hij is Overwinnaar.”
ISIS-bolwerken
Volgens Anne van der Bijl, de oprichter van Open Doors, is de enige oplossing in de conflictgebieden het delen van het Evangelie, zoals hij dat in het verleden vele malen deed. „Het liefst zou ik vandaag nog naar de ISIS-bolwerken gaan, maar mijn lichaam laat het niet meer toe”, aldus de 87-jarige Van der Bijl.
Pastor Jean-Marc, uit de Centraal-Afrikaanse Republiek, ontsnapte ternauwernood aan de dood, nadat twee collegapredikanten uit zijn wijk ter dood waren gebracht. Hij vertelde hoe christenen, die tot voor kort vredig samenleefden met de moslims, slachtoffer werden in een politiek conflict. Moslimmilities uit het noorden hebben het voorzien op christenen omdat de tegenbeweging, anti-Balaka, ten onrechte door de moslimmilities als christelijk wordt gezien. Dit berust volgens pastor Jean-Marc op een misverstand.
Hij gaf de kerk in het Westen twee lessen mee: „Wij waren als christenen niet voorbereid op vervolging. Ook als je als christenen in een land in de meerderheid bent, kan er zomaar vervolging optreden.” In de tweede plaats wees de Afrikaanse pastor op de kracht van het gebed. „Door het gebed kan de kerk een bron van verzoening zijn. Kort geleden heeft een bisschop een gematigde imam verborgen die pleitte voor vrede. De kerk kwam op voor de gehele bevolking, zowel moslims als christenen.”
Pastor Ibrahim besloot om gedurende de drie en een half jaar dat Syrië in een burgeroorlog is verwikkeld te blijven, hoewel hij de mogelijkheid heeft om te vluchten.
Hij duidde het conflict als een crisis van vertrouwen. „Niemand vertrouwt elkaar meer, en dat is het ergste wat er in een land kan gebeuren. De enige die nog vertrouwen heeft is de kerk. De kerk vertrouwt op Christus. De wereld vecht met raketten, maar wij hebben een ander wapen: het Woord van God.”
Moskee
De voorganger illustreerde de kracht van het Woord met een waargebeurd verhaal. Tijdens een evangelisatiecampagne waarbij Bijbels werden uitgedeeld, kwam hij bij een moskee in confrontatie met een imam. Angstig als hij was wist hij niets anders te zeggen dan: „Dit is het heilig Evangelie.” Tot zijn stomme verbazing nam de imam een van de Bijbels in zijn hand en begon te roepen: „het heilig Evangelie, het heilig Evangelie.” Binnen no-time waren alle Bijbels uitgedeeld.”
Pastor Farouk kreeg in de jaren 80 op wonderlijke wijze toestemming van Saddam Hussein om het land te verlaten om een theologische opleiding te kunnen volgen. Officieel had al vier jaar niemand meer het land mogen verlaten. Na zijn terugkomst in Irak trof hij een bloeiende kerk aan waar vele wonderen gebeurden, ondanks de moeilijke omstandigheden waarin de kerk verkeerde.
Ook pastor Farouk wees op de kracht van het gebed. Hij deed daarbij een klemmende oproep aan alle bezoekers „Irak heeft achttien provincies. In slechts zeven ervan zijn er kerken. Ik vraag een ieder van u een provincie zonder kerk uit te zoeken en daarvoor te bidden.”