„Natuur rond Blankenburgtunnel beter sparen”
VLAARDINGEN (ANP). De natuur rond de nieuwe Blankenburgtunnel in Midden-Delfland kan beter worden gespaard als wordt afgezien van de aanleg van een dijk bij Vlaardingen.
Een brede coalitie van Natuurmonumenten, ANWB, LTO Delflands Groen, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland en de Midden-Delfland Vereniging pleit voor aanpassing van het tunnelplan. De voorziene aanleg van een dijk zou namelijk leiden tot aantasting van natuurgebied Rietputten bij Vlaardingen.
Maar een speciale waterkerende schuif in de nieuwe tunnel, die bij overstromingen voorkomt dat het water van de Nieuwe Waterweg het Delfland instroomt, kan volgens de organisaties veel milieuschade voorkomen.
In een brief aan de vaste Kamercommissie Infrastructuur en Milieu, die op 24 november vergadert over de tunnel, stellen zij dat Rijkswaterstaat ten onrechte vasthoudt aan de aanleg van een dijk. Bij extreem hoog water moet dat dijklichaam volgens Rijkswaterstaat voorkomen dat via de Blankenburgtunnel het Delfland overstroomt.
De coalitie van natuurbeschermers en weggebruikers stelt dat een alternatief onvoldoende is onderzocht. Een dijk zou bovendien als een bult in het landschap komen te liggen, waar overheen dan ook nog eens een snelweg moet worden aangelegd, vinden zij. Een simpeler oplossing is volgens de organisaties te verkiezen.
Natuurmonumenten, aanvankelijk tegenstander van de tunnel, zegt zich bij de andere organisaties te hebben aangesloten om erger te voorkomen. „We zijn geen voorstander, maar als die tunnel er dan toch komt, dan met zo min mogelijk schade voor natuur en landschap”, verduidelijkt Toine Cooijmans.
De natuurbeschermer heeft geen idee wat een waterkerende schuif in het tunnelplan meer kost dan de aanleg van een dijk. Cooijmans: „Iedere inschatting zou een slag in de lucht zijn. Maar met innovatieve technieken hoeft een alternatieve waterkering niet veel duurder te zijn.”
De Blankenburgtunnel moet de rijkswegen A15 en de A20 westelijk van Rotterdam verbinden. De bouw zou in 2017 moeten beginnen en duurt naar verwachting 5 jaar.