Minister Veerman heeft woensdag in een brief aan de Tweede Kamer geschreven dat hij het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) niet in wetgeving omzet. De RDA heeft afgelopen najaar een lijst opgesteld met daarop zoogdieren en vogels die beter niet als huisdier gehouden kunnen worden.

Op die lijst staan apen, vleermuizen, wezels, hermelijnen, marters en enkele berensoorten. Uilen, valken en gieren zouden ook verboden moeten worden als huisdier. Het ministerie had om deze lijst gevraagd om de Gezondheid– en welzijnswet voor dieren te verbeteren.

Tegen het advies van de RDA in zal het ministerie deze zoogdieren en vogels niet verbieden als huisdier in het kader van de dierenwelzijnsregels. Een aantal soorten van de lijst, waaronder de aap, is via andere wetten beschermd. Volgens Veerman is het in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de eigenaren van de dieren om goed voor ze te zorgen. Daarnaast zal de controle op het bezit van de verboden huisdieren moeilijk zijn. „En dit kabinet streeft ernaar om geen regels uit te vaardigen die niet handhaafbaar zijn", schrijft Veerman.

De sector moet zelf maatregelen treffen. Dat kan door nieuwe eigenaren van de exotische dieren goede informatie over de verzorging ervan te geven en afspraken te maken over welke diersoorten niet geïmporteerd mogen worden. Het ministerie houdt hierover dit voorjaar een conferentie.

De Dierenbescherming is volgens een woordvoerder ’niet gelukkig’ met de stap van de minister. Steeds meer exotische dieren, die moeilijk te verzorgen zijn en in slechte handen verkommeren, komen Nederland binnen. Dat Veerman de keuze aan de markt wil overlaten, zint de Dierenbescherming niet. De RDA werkt als vervolg op de eerste lijst nu aan een lijst van reptielen, amfibieën en vissen, die niet geschikt zijn als huisdier.