In de berekeningen is uitgegaan van een positief en een negatief scenario. In de eerste variant loopt de jaarlijkse instroom in de WAO volgens het SER–akkoord op van 16.400 in 2006 tot 20.000 in 2020. Bij een nieuw WAO–stelsel volgens de kabinetsplannen is dat 11.000 in 2006 tot 13.800 in 2020.

In de negatieve variant, waarin de rekenmeesters uitgaan van veel aanvragen voor een WAO–uitkering en van weinig rigide keuringen, loopt de instroom volgens het SER–advies per jaar op van 28.700 in 2006 tot 35.600 in 2020. In de plannen van het kabinet is dat 20.500 in 2006 en 25.300 in 2020.

De berekeningen zijn van belang omdat de werkgevers en vakbonden, die samen met kroonleden de SER vormen, met het kabinet van mening verschillen over de verandering van het WAO–stelsel. Beide partijen willen de jaarlijkse instroom van arbeidsongeschikten in de WAO onder de 25.000 brengen tegen ongeveer 66.000 in 2003. Volgens de sociale partners lukt dat met het SER–advies uit 2002.

Minister De Geus van Sociale Zaken wil echter scherpere maatregelen nemen om er zeker van te zijn dat het streefcijfer wordt gehaald. De berekeningen van het UWV en het Centraal Planbureau geven de sociale partners gelijk in het positieve scenario en de minister in de negatieve variant.

Volgens een woordvoerder van vakcentrale FNV vallen de cijfers in het negatieve scenario te hoog uit omdat de daling van de instroom door de Wet verbetering poortwachter onvoldoende is meegenomen in de berekening. De wet, die in 2002 is ingevoerd, stimuleert bedrijven en werknemers om snel te herstellen bij ziekte.

De vakcentrales FNV en CNV zien de berekeningen daarom als het bewijs dat het SER–akkoord werkt. De bonden krijgen bijval van de werkgevers. „Wij willen graag met de vakbeweging ons SER–advies over de streep trekken", aldus een woordvoerder van VNO–NCW.