Drie uur religieus, met dank aan Bach
Luther zonder Bach gaat prima; de kerkhervormer leefde 200 jaar eerder dan de Leipziger Thomascantor. Maar andersom? „Onmogelijk”, stelt Bachkenner en ver familielid Govert Jan Bach. „Johann Sebastian was gebiologeerd door Luther. Calvinisten moeten Bach niet annexeren.”
Hij luistert elke dag naar Bach, publiceert over Bach én heet Bach. „Ik ben geen nazaat”, haast de 67-jarige Govert Jan Bach zich. „Nazaten van Bach in naam zijn er niet meer. De familielijn via zijn kinderen is gestopt. Maar ik ben wel familie, via een oom van hem. Een van diens kinderen verhuisde naar Nederland en ging varen bij de VOC. Van hem stam ik af.”
Zo’n beroemde achternaam voelt goed, zegt de gepensioneerde pastoraal psycholoog uit Amsterdam. „Ik ben er trots op. In Nederland wonen zo’n zestig mensen met de naam Bach die familie zijn van Johann Sebastian. Bach is een merknaam, een hype die nog steeds groeit. Ook onder jongeren. Overigens wilde ik als puber liever Brahms heten; dat vond ik romantischer. Wat ik met Bach deel, is diabetes. Dat hij langzaam blind werd, was het gevolg van het niet-behandelen van deze kwaal.”
Govert Jan Bach was 7 toen hij voor het eerst de Matthäus Passion hoorde. „Het was op Palmzondag. Ik was met m’n ouders onderweg naar Den Haag. De autoradio stond aan. Toen we op de plaats van bestemming waren, wilde ik niet uitstappen. Ik werd helemaal in de muziek gezogen. Later ben ik met m’n moeder naar een live-uitvoering in het Amsterdamse Concertgebouw geweest. Tot aan de pauze, anders werd het te laat. Volgens haar zat ik helemaal te trillen bij wat ik hoorde.”
Graag was Bach de muziek ingegaan. „Maar dat was thuis geen optie. M’n vader was aanvankelijk generaal bij de luchtmacht, later directeur bij KLM. Hij vond de muziek als beroep helemaal niks. Dat is geen vak, zei hij. Overigens had mijn vader ook helemaal niets met Bach, religie en de kerk. Hij was een echte atheïst én fan van Beethoven.”
Maar de jonge Bach liet zich Bach niet afpakken. „Ik kocht van m’n zakgeld in de uitverkoop lp’s met cantates. Vanaf het eerste moment was ik onder de indruk van de enorme zeggingskracht. Bach raakt mij nog steeds, anders dan bijvoorbeeld Händel. Dat is ook mooie muziek, maar Bach heeft iets speciaals. Zijn muziek trekt je altijd op uit een dal en brengt je verder, hoe donker het begin ook is.”
Rolmodel
Bach zonder Luther is ondenkbaar, stelt de Amsterdamse muziekliefhebber. „Bach was gebiologeerd door Luther. Vanwege diens muziek, maar ook diens persoon. Luther was moedig, had iets onverzettelijks, trotseerde de autoriteiten, tot en met de paus toe. Bach zag hem als rolmodel. Hij gaf veel geld aan boeken uit en had het verzamelde werk van Luther drie keer in zijn bibliotheek staan. Opvallend: beiden zijn in Eisenach geboren en bezochten dezelfde school, hoewel er 200 jaar tussen zit.”
Luther bleef „ten diepste” dicht bij Rome staan, stelt Bach. „Op het punt van de genadeleer en de leer van de rechtvaardiging had hij heel andere opvattingen, maar het liefst wilde Luther een katholieke kerk zonder paus, Mariaverering en aflaat. Een kerkdienst in de lutherse traditie is een mis met veel muziek, een stevige preek en de communie. Ook bij Bach. Hij was absoluut geen calvinist. Hij stond dichter bij Rome dan bij Calvijn. Daarom moeten calvinisten Bach niet annexeren.”
Dat velen de Matthäus Passion bejubelen zonder zelf gelovig te zijn, ziet Bach niet als een probleem. „Prof. dr. W. J. Ouweneel zegt dat alleen gelovigen de ”Matthäus” kunnen begrijpen. Ik ben dat niet met hem eens. Natuurlijk hebben christenen een voorsprong; zij herkennen de teksten. Maar de ”Matthäus” heeft zó’n uitstraling dat je er ook als ongelovige door wordt geraakt. Sterker: op het moment dat je het stuk hoort, gelóóf je. Je bent voor drie uur religieus.”
Zou de Thomascantor schrikken als hij dit zou horen? „Ik denk het niet”, reageert Bach. „In zijn tijd geloofde iedereen, zij het in gradaties. Dat is nu totaal anders. Wellicht dat Bach juist blij zou zijn dat in onze geseculariseerde tijd ongelovige mensen toch in aanraking komen met de Bijbel via zijn muziek.”
Bach beschouwt zichzelf als cultuurchristen. „Ik hou van de Bijbelse verhalen. Ze zijn prachtig; we moeten ze vooral blijven lezen. Op zondag ga ik weleens met mijn partner mee naar de Bergkerk in Amersfoort. Het samenzijn, het zingen, de muziek en de rituelen spreken mij aan, maar ik heb niks met christelijke dogma’s.”
Piet van Egmond
Jarenlang was Bach pastoraal psycholoog in de Valeriuskliniek in Amsterdam. „Gaandeweg ben ik gebruik gaan maken van muziek in m’n werk. De aanleiding was de vraag van een psychiatrisch patiënt of ik Bachs aria ”Erbarme dich” wilde laten horen. Ik heb dat gedaan; hij werd er rustig van. Ik had een mooie voedingsbodem voor muziek als therapie. Een van de patiënten was Piet van Egmond. Hij speelde orgel in de kliniek. Zijn muziek had dezelfde uitwerking.”
Voor de Concertzender, te beluisteren via de kabel en op internet, bespreekt Bach elke werkdag een cantate van de Thomascantor. Begin dit jaar publiceerde hij een luisterboek over de Matthäus Passion. Op vier cd’s geeft hij een toelichting op het werk, afgewisseld met muziekfragmenten. Op dit moment is Bach met een luisterboek over de Johannes Passion bezig. Het verschijnt in januari.
„De passionen zijn erg verschillend van elkaar”, constateert Bach. „De ”Matthäus” vertelt het verhaal van Jezus als Man van smarten, de ”Johannes” van Jezus als Held Die de dood overwint. Ten onrechte is de Johannes Passion minder geliefd. En dan te bedenken dat het Johannesevangelie in Bachs tijd van oudsher dé Schriftlezing was op Goede Vrijdag.”