Betekenis van Confucius’ gedachtegoed voor nu
China zal binnenkort de Verenigde Staten voorbijstreven wat de omvang van de economie betreft. Meer economische macht betekent meer politieke macht. China ondersteunt zijn groeiende betekenis door middel van ”soft power”.
Het houdt in dat het zijn cultureel erfgoed verspreidt via Confuciusinstituten. Hoe verhoudt zich dat tot westerse waarden?
Confucius (551 tot 479 v. Chr.) is een Chinese filosoof wiens gedachtegoed van grote invloed is geweest op het denken in het Verre Oosten. Naast het taoïsme en het maoïsme stempelt het de hedendaagse Chinese mentaliteit. Confucius leefde nog een eeuw eerder dan de antieke Griekse filosofen Socrates en Plato. Hij leidde leerlingen op tot hoogstaande mensen die een hoge morele standaard respecteerden. Zo zijn ze dienstbaar aan de samenleving.
Het gedachtegoed van Confucius is overgeleverd in zogeheten gesprekken. Van die gesprekken is nu voor het eerst een Nederlandse vertaling bezorgd door Kristofer Schipper, een kenner van de oude Chinese cultuur. Zijn vertaling van ”De gesprekken” is voorzien van een uitvoerige inleiding. In het boek is verder de levensbeschrijving van Confucius door Sima Qian (circa 145 tot 86 v. Chr.) te vinden. Vertaling en inleiding vormen een waardevolle bron om te kunnen bepalen wat de betekenis van Confucius’ gedachtegoed voor de hedendaagse wereld zou kunnen zijn.
Medemenselijkheid
De belangrijkste eigenschap van ”hoogstaande mensen” is volgens Confucius dat ze medemenselijk zijn. Medemenselijk is iemand die zich houdt aan de gulden regel: „wat jij zelf niet wilt ondergaan, doe dat ook anderen niet aan.” Deze regel is geen exclusief uitgangspunt voor Confucius. In het christendom, maar ook in de ethiek van de achttiende-eeuwse filosoof Kant is het een belangrijk uitgangspunt.
In ”De gesprekken” komt de medemenselijkheid in verschillende bewoordingen aan de orde. Een hoogstaand mens is in het algemeen een deugdzaam mens. Maar naast medemenselijkheid noemt Confucius andere deugden die ertoe doen. Vaak komen in één adem deugden als trouw, naastenliefde, wijsheid en moed ter sprake.
Medemenselijkheid is te leren, vooral door kennis te nemen van de traditie. Dat is de traditie van Chinese vorsten uit vroegere tijden. Het ritueel is bij uitstek het voertuig van deze traditie door de tijd. Het ritueel beschrijft alle dagelijkse gedragingen tot in detail. Het bepaalt hoe je eet, hoe je je beweegt en zelfs in welke houding je slaapt. Naleving van het ritueel bewaart de maatschappelijke orde door te zorgen voor structuur, rust en harmonie. Dat geldt zeker voor de relatie tussen overheid en volk. Overheidspersonen moeten als eersten voorbeelden zijn voor het volk. Het goede voorbeeld houdt het volk op het rechte pad en maakt zelfs wet- en regelgeving overbodig.
Natuurlijke religie
Hoe verhoudt het confucianisme zich tot het christendom? De geschiedenis leert daar het een en ander over, zo beschrijft Schipper in zijn inleiding. De Rooms-Katholieke Kerk vond in de zestiende eeuw in het confucianisme een vanzelfsprekend aanknopingspunt. Het waren vooral de jezuïtische missionarissen die toen voet aan wal zetten in China, die positief oordeelden over deze levensbeschouwing. Zij zagen het confucianisme als een vorm van natuurlijke religie, als voorstadium en basis voor het christelijk geloof.
Nog lovender dan de jezuïtische missionarissen waren enkele Europese verlichtingsfilosofen. De filosoof Leibniz toonde grote waardering voor het denken van Confucius en zag zijn gedachtegoed als waardevolle verrijking voor de westerse samenleving. De felle criticus van het christelijk geloof Voltaire verwelkomde het gedachtegoed van Confucius als een verlicht humanisme dat ervoor kon zorgen dat de adel in het landsbestuur een toontje lager zou zingen. Een bekend aandachtspunt van de Franse Revolutie.
De positieve waardering van het confucianisme door jezuïeten en verlichtingsfilosofen doet vermoeden dat protestanten mogelijk een wat kritischer houding aannamen. Daarover zegt Schipper niet zo veel. Wat hij erover meldt is dat, toen protestantse zendelingen China binnenkwamen in de negentiende eeuw, zij de lijn van de jezuïeten volgden. Dat betekent dat ze positief stonden tegenover het confucianisme.
Toch botst het confucianistisch mens- en wereldbeeld behoorlijk met een orthodox-protestantse visie. Confucius oordeelde dat de mens door opvoeding en studie tot een goed mens kon worden. Hij ontkende de natuurlijke geneigdheid tot het kwade van de mens. Het zijn overigens niet alleen protestanten die hierin van mening verschillen met Confucius. Kritiek kwam er ook in zijn eigen traditie. Zo is het een discussiepunt sinds de vierde eeuw voor Christus, toen Xun Zi naar voren bracht dat de mens van nature niet goed is.
Goed voorbeeld
De positieve gedachte over de menselijke mogelijkheid om het goede te doen, komt tot uiting in de politieke opvattingen van Confucius. Die kunnen toch wel wat naïef genoemd worden. Ongetwijfeld zal het een positief effect hebben in de samenleving als een vorst het goede voorbeeld geeft. Maar dat dit de enige factor is die leidt tot een harmonieuze samenleving, is ongeloofwaardig. Het is maar zeer de vraag in welke mate een politiek leider in staat is een goed voorbeeld te zijn. Het is evenzeer de vraag of burgers zich enkel door een goed voorbeeld zullen laten bewegen tot goed gedrag.
Ook hedendaagse humanisten zullen overigens tot de conclusie komen dat Confucius niet van elke smet gevrijwaard is. De Chinese denker hanteerde een niet al te positieve opvatting over de capaciteiten van vrouwen. Verder liet hij gemakkelijk hem niet welgevallige tegenstanders uit de weg ruimen. Een humanist van deze tijd zal verder gruwen van de gedachte dat deugdzaamheid in vaste rituelen is verankerd en van eeuw op eeuw in vaste vorm wordt overgedragen. Iets waar orthodoxe christenen soms ook al te ondoordacht afstand van willen nemen.
Raakvlakken
Zal het confucianisme als Chinees exportproduct de wereld veranderen en zo ja, hoe? Er zijn onmiskenbaar raakvlakken met de culturele traditie van het Westen, zeker vanuit humanistisch perspectief. Dit humanistisch perspectief verhinderde in beide delen van de wereld niet de opkomst van totalitaire regimes. Lezing van ”De gesprekken” leidt nog niet direct tot een duidelijke conclusie over de invloed die de verspreiding van het gedachtegoed van Confucius door China in deze eeuw zal hebben. Mogelijk hangt die invloed ook af van de manier waarop China het denken van Confucius zelf praktiseert in zijn beleid, in binnen- en buitenland.
Boekgegevens
Confucius. De gesprekken. Gevolgd door ”Het leven van Confucius” door Sima Qian (ca. 145-86 v. Chr.), Kristofer Schipper; uitg. Augustus, Amsterdam/Antwerpen, 2014; ISBN 978 90 4570 485 2; 428 blz.; € 39,99.