Commentaar: Compromissen over ethische kwesties hebben beperkte houdbaarheid
Amerika is natuurlijk een bijzonder land. Het is het land van uitersten. Enorme rijkdom en schrijnende armoede vind je soms binnen 1 kilometer. Het is ook het land van superlatieven. Amerika is verder het land van felle debatten en venijnige processen.
Wie na een bezoek aan de Verenigde Staten terugkeert naar ons land vindt het soms een verademing weer met beide benen op nationale bodem te staan. De Hollandse nuchterheid doet dan weldadig aan.
Wie de laatste maanden het debat rondom homo-emancipatie in Amerika volgt, kan zich soms verbazen over hetgeen daar allemaal dit jaar al is gepasseerd. Het federale hooggerechtshof heeft alle beroepszaken tegen legalisering van het homohuwelijk afgewezen. Een burgemeester vraagt preken van voorgangers op om te zien of zij op het punt van discriminatie omwille van het geslacht niet buiten hun boekje zijn gegaan. Een predikant dreigt in de problemen te komen omdat hij in zijn commercieel gedreven huwelijkskapel geen homohuwelijken wil bevestigen. Waar gaat dat heen?
Inderdaad, waar gaat dat heen? Wie de toenemende druk vanuit de homolobby en van andere seculiere organisaties beziet, kan de schrik om het hart slaan. Welke ruimte blijft er over voor mensen die de overtuiging hebben dat de Bijbel bij voorbeeld het homohuwelijk afwijst? Vooropgesteld, er zijn belangrijke verschillen tussen Amerika en Nederland. Zoals geconstateerd maken de Amerikanen van iets al snel ‘een zaak’. Als juristen daar maar even kans toe zien, beginnen ze een proces. Bovendien zijn lobbyorganisaties daar nog actiever dan in ons land. In Nederland zal niet zo snel het lawaai ontstaan dat typerend is voor de Amerikaanse samenleving. De Nederlandse samenleving en het politieke bedrijf in ons land zijn meer gericht op samenwerken en compromissen. Dat samenspel staat in veel landen bekend als ”polderen”. De Amerikaan wil in discussies over problemen vooral winnen; de Nederlander zegt: We moeten er samen uitkomen. De consequentie van die opstelling is dat er bij debatten over ethische kwesties steeds gezocht wordt naar compromissen, waarbij ruimte gelaten wordt aan de opvattingen van de bezwaarden. Na soms jarenlange discussies over beladen thema’s zijn de tegenstanders van verruiming van ethische regels daar dan vaak blij mee. Dan hebben ze in ieder geval de eigen positie veiliggesteld.
In de praklijk blijkt er echter wel vaak een addertje onder het gras te zitten. De uitzonderingsregel wordt na verloop van tijd afgeschaft. Waarom? Enerzijds omdat de gegroeide praktijk dan maatschappijbreed is geaccepteerd en het dus niet meer opportuun wordt gevonden om uitzonderingen te hebben.
Anderzijds omdat de progressieve lobbyorganisaties uiteindelijk geen genoegen nemen met compromissen. Ook al zullen ze dat ontkennen, zij willen feitelijk voorschrijven hoe anderen moeten denken. In dat opzicht zijn de ontwikkelingen in Amerika toch een veeg voorteken voor ons land. De gang van zaken in de VS maakt in ieder geval duidelijk dat lobbyorganisaties behoren tot de familie van de rupsen-nooit-genoeg.