DEN HAAG. Het kabinet zit in toenemende mate in zijn maag met de groei van het aantal zzp’ers die niet of nauwelijks belasting afdragen.
Het aantal zzp’ers is sinds 2009 gestegen van 632.000 naar 800.000, een ontwikkeling die de schatkist geld kost omdat zelfstandigen in veel gevallen fors minder belasting betalen, maar deels wel een beroep blijven doen op bijvoorbeeld de sociale zekerheid.
Door onder meer de belastingaftrek voor zelfstandigen, de mkb-winstvrijstelling en de startersaftrek betalen veel ‘eenpitters’ nu nauwelijks belasting over de eerste 24.000 euro die ze verdienen in een jaar.
Hoe meer mensen hun vaste baan (waarin wel loonbelasting en premies worden afgedragen) daarom verruilen voor een zelfstandig bestaan, des te zwaarder de bestaande vaste arbeidsrelaties zullen moeten worden belast om dit verlies aan belastinginkomsten te compenseren. Dit betekent volgens sommigen een uitholling van de verzorgingsstaat.
Uit interne stukken in handen van Het Financieele Dagblad zou blijken dat het kabinet daarom werkt aan plannen om de fiscale faciliteiten voor zzp’ers wat in te dammen. Zo zouden de ministeries van Sociale Zaken, Algemene Zaken, Financiën en Economische Zaken zich samen met economen van SCP, CBS en CPB buigen over de wildgroei van het aantal zzp’ers. Op 1 december moeten de economen hierover rapporteren.
Met name de zelfstandigenaftrek, die de overheid jaarlijks 1,8 miljard euro kost, zou Den Haag dwarszitten. Door die aftrek hoeven zzp’ers over de eerste 7280 euro die ze verdienen geen belasting te betalen.
Zzp’ers die weinig verdienen, kiezen door beperking van dit soort faciliteiten wellicht eerder voor terugkeer in loondienst, of gaan meer in rekening brengen bij hun opdrachtgevers (die door de belastingvoordelen voor zzp’ers indirect worden gesubsidieerd), waardoor via de inkomstenbelasting toch meer wordt verdiend door het Rijk, is de gedachte.
Kringen rond het kabinet benadrukten vandaag dat het rapport van de werkgroep nog niet af is.