Dat bevestigde woordvoerder A. Boer van de rechtbank in Den Haag maandag desgevraagd. Het betrof een zogeheten comparitie van partijen bij de kantonrechter. In zo’n zitting moeten partijen bij de rechter komen om hun conflict te bespreken. Gekeken wordt of partijen er onderling nog uitkomen.

De zaak betreft een conflict tussen huurder en verhuurder. De onenigheid ging onder meer over de vraag of de huurder borg heeft betaald. De huurder stelde bij de kantonrechter voor dat partijen hun stelling konden bewijzen door op de Koran te zweren dat hun standpunt de waarheid is. De kantonrechter ging hier niet in mee. De rechter gaf wel te kennen dat ze de partijen vanzelfsprekend niet zou tegenhouden, als ze onderling overeenstemming zouden bereiken, meldt de website advocatenblad.nl.

Boer: „De afspraak om naar de moskee te gaan en op de Koran te zweren is in het proces-verbaal vastgelegd. Dat is ondertekend door de rechter. De wet stelt geen eisen aan de wijze waarop partijen er onderling uitkomen. De wetgever heeft het liefst dat mensen bij conflicten er onderling uitkomen.” Boer wil niet spreken van een shariaschikking. de persvoorlichting hoort „voor het eerst” over zo’n schikking.

Prof. dr. Willem van Boom, hoogleraar burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden, stelt in de gang van zaken „geen bewijs” van shariarechtspraak in Nederland te zien. „De schikking is op basis van vrijwilligheid. Zegt een partij: De imam kan me gestolen worden, dan zal de rechter alsnog een oordeel vellen.” Het zou hem niet verbazen als imams meer dan eens zonder tussenkomst van een rechter geschillen beslechten. „Ik kan me ook voorstellen dat een predikant dat doet. Oordelen van zulke mensen lijken me juridisch wel minder waarde te hebben.”