Commentaar: Vergeven is sluitstuk van verwerkingsproces
Het is de vurige wens van Jan De Cock dat misdadigers en slachtoffers zich verzoenen, zo werd duidelijk in een interview met deze oecumenisch zieken- en gevangenenpastor uit Antwerpen zaterdag in deze krant. In zijn boek ”Hotel Pardon” beschrijft hij indrukwekkende gevallen van diep getroffen slachtoffers die de daders vergeving schenken. De hele wereld reisde De Cock over om verhalen op te tekenen van slachtoffers van volkerenmoord, misdaad en terreur die de wrok vaarwel zeiden en de daders vergaven.
Als het zo op papier staat, lijkt het allemaal zo simpel. Maar het kan niet anders of mensen die zelf in hun leven slachtoffer werden van onrecht of misdaad en existentieel worstelen met de vraag of ze vergeven moeten, hebben de krant na het lezen van dit artikel eventjes aan de kant gelegd.
Mensen die zelf niets hebben meegemaakt op dit gebied, kunnen nogal eens uitgesproken reageren als dit onderwerp ter sprake komt. Natuurlijk moet een christen vergeven. Zeventig maal zevenmaal zelfs, zegt de Bijbel. Discussie gesloten.
Maar als die vraag je –soms letterlijk– op de huid zit, wordt het allemaal heel anders.
Moet je het familielid dat je jarenlang seksueel misbruikte, vergeven?
En de automobilist die je dochtertje doodreed omdat hij beneveld was door de alcohol?
Of de vader die je psychisch of lichamelijk mishandelde? En je moeder, die nooit wat gezien had en niet anders zei dan dat een kind z’n ouders moet eren?
Wie op dit soort vragen zonder enige aarzeling een antwoord weet te geven, heeft de vraag niet echt gehoord, laat staan begrepen.
Echt vergeven kan trouwens pas als de dader berouw toont en vergeving vráágt. Maar móét ze dan ook gegeven worden?
Wie zijn zonden belijdt en laat zal barmhartigheid verkrijgen, zegt de Bijbel. God vergeeft. Dat is trouwens heel iets anders dan het kwaad door de vingers zien.
De Cock vertelt en schrijft over mensen die de wrok vaarwel zeiden. Dat is prachtig uitgedrukt. Want ten diepste veroorzaken wrok en haat misschien nog wel grotere schade dan de misdaad zelf. Wrok vergiftigt een mens. Haat is als een zuur dat uiteindelijk je hele denken overneemt. Wie komt tot vergeving en verzoening met degene die hem kwaad deed, ontdekt dat vergeving het omgekeerde uitwerkt van wrok.
De vraag blijft staan: Moet je vergeven?
Ja, zegt de Heere Jezus. Zeventig maal zevenmaal. Hij zet dat antwoord in het kader van de vergeving die God geven wil aan zondaren. Omdat je niet onbarmhartig kunt blijven als je zelf barmhartigheid gekregen hebt.
Een termijn waarop die vergeving geschonken moet worden, geeft Jezus echter niet. Vergeven is een werkwoord. Het is nooit het begin van een verwerkingsproces. Maar het kan, hoe moeilijk ook, wel het sluitstuk van dat proces zijn. Soms zélfs als de dader geen berouw toont en niet om vergeving vraagt. Omdat vergeving de wrok definitief uitzwaait zodat er ruimte komt om de innerlijke rust te verwelkomen.