Reformatieherdenking vraagt nieuwe bezinning op kerk
De herdenking van de Reformatie stelt voor de vraag naar het wezen van de kerk. Met alle kerkelijke verdeeldheid is dit een spannende aangelegenheid. Zijn de kerken van de gereformeerde gezindte in staat om samen Hervormingsdag te houden?
Dr. O. Noordmans, een invloedrijke hervormde theoloog uit de twintigste eeuw, heeft eens gezegd dat de leer van de kerk de zwakste plaats in de dogmatiek is. Hierbij wees hij naar de reformatoren, maar vooral naar de gereformeerden. Zijn uitspraak dateert uit de jaren dertig, maar zou tegenwoordig ook op kunnen gaan voor de gereformeerde gezindte. Daar is immers geen eenduidige kerkvisie. Zolang dit zo blijft, houden Reformatieherdenkingen iets krampachtigs.
Dat er een probleem is, blijkt uit het gebruik van de term ”gereformeerde gezindte”. Groen van Prinsterer gebruikte deze in de negentiende eeuw bij de verdediging van de afgescheidenen tegenover de overheid. Hoewel de afgescheidenen buiten de Nederlandse Hervormde Kerk terechtkwamen, behoorden ze wel tot de kerk van de Reformatie. De kerk wordt namelijk gekend aan haar belijdenis. En hervormden en afgescheidenen hadden dezelfde belijdenis.
In de loop van de tijd heeft er een verschuiving in betekenis plaatsgevonden. De term gereformeerde gezindte lijkt nu in de praktijk meer te duiden op een innerlijke houding, op een denkwijze. Of erger: op een sociologische aanduiding voor christenen van orthodox-protestantse snit. De gereformeerde gezindte dient zo bezien vooral om eigen maatschappelijke organisaties in stand te houden. Bij de kritische reflectie op het kerkbegrip speelt de uitdrukking echter nauwelijks een rol. Ze is dan vooral een vlag die de kerkelijke verdeeldheid moet bedekken. Om het met elkaar leefbaar te houden zonder met elkaar een te zijn.
Gemeenschap
Voor Groen ging het echter om een gemeenschap van de gelovigen. Wat de gereformeerde gezindte van nu opbreekt, is dat de belijdenis veelal wordt opgevat als een statuut, in plaats van als een uitdrukking van levend geloof. Hierdoor kan de belijdenis worden aangepast aan eigen theologische opvattingen. Zelfs zonder overleg met andere gereformeerde belijders. Synode-uitspraken van 1905 (Gereformeerde Kerken), van 1931 (Gereformeerde Gemeenten) en van 2004 (Protestantse Kerk) laten dit zien.
Een gereformeerde gezindheid blijkt uit een leven bij de gereformeerde belijdenis als uitdrukking van levend geloof. En daarmee: uit het reiken van de broeder- en zusterhand van allen die deze belijdenis liefhebben. Groen gebruikte de uitdrukking om tegenover de overheid het front gesloten te houden. De frontlinie is verschoven van een overheid die zich nadrukkelijk met de kerk bemoeide naar een seculiere overheid en dito maatschappij. Dit maakt bezinning op de positie van orthodoxe christenen in de samenleving des te urgenter. Groen gaf het voorbeeld om te zoeken naar wat verbindt. Wie zich rekent tot de gereformeerde gezindte maakt zich schatplichtig aan Groens ideaal: de kerk van de Reformatie, die allen omvat die leven uit haar belijdenis.
Deze opvatting betekent een relativering van kerkmuren. De hervormde predikant J. G. Woelderink (1886-1956) is in brede kring vooral bekend om zijn opvattingen over verkiezing en verbond. Maar hij deed ook een opvallende handreiking aan zijn afgescheiden broeders en zusters. In lijn met Groen stelde hij voor om niet te spreken over kerkmuren, maar over grenspaaltjes. In het besef dat de kerk breder is dan de eigen kerkelijke gemeente. „Met een bedoeling spreek ik in het beeld van paaltjes en niet van muren. Men ziet dan beter, dat het terrein doorloopt en ook de afgezonderde delen erbij horen. Daarom lijkt het mij niet goed om te zeggen, zoals dikwijls gebeurt, dat men elkaar over de kerkmuren heen de hand moet reiken. Deze muren zijn er niet. Ze bestaan slechts in de gedachten van velen. Ze worden alleen gezien door hen, die zijn aangetast door de ziekte van het kerkisme.”
De grenspaaltjes laten niet slechts de ruimte van het eigen kerkelijk leven zien. Ze zijn een aanwijzing dat de kerk breder is. Hoe sympathiek Woelderinks visie ook is, er schuilt een gevaar in. Grenspaaltjes kunnen leiden tot grensdenken: wie hoort er bij, en wie niet? Het verlagen van kerkmuren tot grenspaaltjes is op zichzelf winst. Maar het kan geen eindpunt zijn. Anders functioneren de grenspaaltjes al snel weer als kerkmuren.
Gesprek
Het is nodig om over eigen grenspaaltjes te stappen door de ander te bevragen op de kern van het geloof. Rondom een open Bijbel. En met de gereformeerde belijdenis als staf om te gaan. Dat is de gereformeerde gezindte aan haar stand, en vooral: aan God verplicht. Het ging Groen immers om de gemeenschap van gelovigen. Dit stelt voor de vraag naar een waar geloof. Maar als het daar niet om gaat, gaat het uiteindelijk nergens meer om.
Het kijken over eigen grenzen reikt verder dan de gereformeerde gezindte vandaag. De gereformeerde belijdenis is immers katholiek van karakter. De Reformatie is een moment in de traditie van de catholica. In haar belijdenis grijpt de kerk van de Reformatie terug op de vroegchristelijke kerk. Wie zich verschanst achter eigen kerkmuren, ontneemt zich ook het zicht op de kerk der eeuwen en op de wereldkerk.
De belijdenis nodigt uit om breder en dieper te denken en te geloven. Ze betekent ook een concentratie op de hoofdzaken. Om Woelderink nogmaals te citeren: „Er is reden om zich vooral bezig te houden met de hoofdwaarheden, de fundamentele stukken van het reformatorisch geloof. Niet alleen omdat deze waarheden nog verbinden te midden van de verscheuring, maar ook, omdat men zich daarin niet genoeg kan verdiepen. Ik vrees vaak, dat men daarom zo twisten kan over de bijkomstigheden, omdat men de hoofdwaarheden kwijt is. Men vindt die vaak zo simpel, zo vanzelfsprekend en misschien ook zo weinigzeggend, dat de overeenstemming daarin al spoedig van de agenda kan worden afgevoerd om tot wat meer belangrijk is over te gaan. Terwijl juist deze hoofdwaarheden zoveel diepten bevatten en het hart van de reformatie daarin zo sterk klopt, dat het meer dan gewenst is om een nieuw bad daarin te nemen, opdat we de diepste achtergrond van de reformatie niet kwijt raken.”
Reformatieherdenkingen
Het gevaar bestaat dat zo’n pleidooi in woorden blijft steken. Op dit punt kunnen Reformatieherdenkingen helpen. Niet om even achter elkaars kerkmuur te kijken. Wel om over de grenspaaltjes heen te springen. Daarbij is het onbestaanbaar dat bij zulke bijeenkomsten alleen predikanten uit het eigen kerkverband voorgaan. Soms zelfs met uitsluiting van plaatselijke gemeentes met dezelfde belijdenis.
Of is het tijd om de doordeweekse Reformatieherdenkingen naar de zondag rond 31 oktober te verschuiven? Als de kansel doordeweeks voor elkaar openstaat, waarom dan niet op zondag? In diverse kerken is dit al mogelijk. Hopelijk is het een wolkje als eens mans hand. Waar de kansels voor elkaar open gaan, kunnen avondmaalstafels niet gesloten blijven.