De gangen ruiken nog nieuw, de apparatuur om temperatuur en luchtvochtigheid te controleren zou in het Rijksmuseum niet misstaan. Midden in Nunspeet staat aan de Stationslaan een prachtig museum. De kersverse directeur, Erik Stotijn, is er trots op. Op 31 oktober kan hij eindelijk de deuren openen.

Zo gaat een jarenlange wens in vervulling van Nunspeter en succesvol zakenman Herman van Ree. Hij geldt als de kartrekker, geldschieter en drijvende kracht achter de komst van dit Noord-Veluws Museum. „Het begon bij hem met een enkel schilderij van Arthur Briët dat hij via Marktplaats kocht”, vertelt Stotijn. „Zijn verzameling groeide snel naar over de honderd schilderijen. Daarbij legde Van Ree een database aan met informatie over ruim 5000 schilderijen die door schilders op de Noord-Veluwe werden gemaakt. Voor zijn collectie zocht Van Ree een goede plek, thuis werd het een uit de hand gelopen hobby.”

Academie

Op deze manier ontstond het plan om een museum in Nunspeet te bouwen waar het werk van kunstenaars uit het kunstenaarsdorp Nunspeet werd getoond. „Plaatsen als Bergen en Laren zijn beroemd vanwege de Bergense School en Larense School”, aldus Stotijn.

„Wij wilden ook meer aandacht voor de Nunspeetse groep kunstenaars. De artistieke inspiratie van de Nunspeetse School heeft in het Veluwse dorp geleid tot de oprichting van de Vrije Academie Nunspeet. Alleen zijn we in Nunspeet wat bescheidener en is het nooit als kunstenaarsdorp gepromoot.”

Stotijn heeft een aantal jaren om daar verandering in te brengen. „Het heeft natuurlijk tijd nodig. Maar we hopen te groeien naar 25.000 bezoekers. We begrijpen ook dat een statische tentoonstelling alleen niet voldoende is. Wij willen ons onderscheiden door bijvoorbeeld fietstochten te organiseren langs plaatsen op de Veluwe die op de schilderijen terug te vinden zijn. We hebben nu een korte Ben Viegersfietstocht. Die leidt langs plekken waar deze kunstenaar heeft gewoond. Maar ook langs molen De Duif, die op zijn schilderijen te zien is. Verder zoeken we samenwerking met de musea in Harderwijk en Elburg.”

Tijdens de eerste expositie staat het werk van Ben Viegers (1889-1947) centraal. Deze beeldend kunstenaar, bekend als kunstschilder in de nabloei de Haagse School, woonde de laatste tien jaar van zijn leven in Nunspeet. Hij maakte toen veel impressionistische schilderijen waarin hij de puurheid van het landleven probeerde vast te leggen. Zo vereeuwigde hij eenvoudige boerenhuisjes, korenschoven, molens, bossen, zandverstuivingen en heidevelden.

Viegers’ vaak in opdracht geschilderde werk ging de hele wereld over. In het Noord-Veluws Museum hangen onder andere werken die het eigendom zijn van Australische particulieren.

Samen met schilders als Arthur Briët, Edzard Koning, Jos Lussenburg, Jan van Vuuren en Jaap Hiddink gaf Viegers van 1900 tot 1950 Nunspeet de reputatie van kunstenaarsdorp.

Met de komst van het museum maken de werken van de Veluwse meesters een opleving door. Ze worden meer waard. Een doek van Viegers werd in 2000 voor bijna 13.000 euro verhandeld bij het bekende veilinghuis Christie’s. Pijnlijk bijverschijnsel is dat het nu voor vervalsers lucratief is om Viegers te imiteren.

Op de kaart

Stotijns streven is om uiteindelijk de Nunspeetse School op de kaart te zetten. „Kwalitatief zitten er goede schilderijen tussen. Je moet kritisch zijn, want in sommige werken is te zien dat de kunstenaar haast had. Maar er zijn stukken die uitmuntend zijn geschilderd met een prachtige lichtval. Daarmee is Johannes Vermeer beroemd geworden. Er zijn werken uit de Nunspeetse School die dicht bij een Vermeer komen.”