Commentaar: Opdringerig Halloween wordt steeds onsmakelijker
Vanouds herinnert de herfst aan de eindigheid van het leven. Vallend blad –voor bomen overigens dé manier om te overleven– is altijd een symbool geweest van verval en dood. ”Leven is eindig” stond er ooit in een advertentie voor verzekeringen, met daarbij levensgroot een kreukelig eikenblad getekend.
Maar die functie van de herfst is achterhaald, want we hebben vandaag de dag Halloween. Was dat vroeger een griezelfeestje voor genodigden, nu dringt Halloween zich ongevraagd en steeds indringender op aan iedereen die zich in een winkel of winkelstraat begeeft. En hoe! Griezelen had ooit iets van doen met spinnen, heksen of spoken. De huivercultuur bleef lang binnen de grenzen van ietwat grimmige sprookjes. Maar nu kan het zomaar gebeuren dat er grafzerken in een etalage staan opgesteld met in jolige letters de tekst ”Rust in Vrede” (RIP) erbij geschreven. En hangen er menselijke skeletten aan lantaarnpalen te bungelen, of zijn er mensenschedels tegen de ramen geplakt.
Griezelen, huiveren als spel, is allang geen onschuldig verschijnsel meer (als het dat al ooit was). In plaats van een lampionoptocht moet er een Halloweenparade komen, met als skelet verkleedde kinderen. En uit hun graf opgestane lichamen (zombies) moeten onze jeugd, tot de kleinsten toe, vermaken.
In het publieke domein mag je medeburgers nog ternauwernood tegemoet treden met levensbeschouwelijke uitingen, maar een geraamte in je winkelwagentje of een in verre staat van ontbinding verkerende caissière voor je neus (en die van je kinderen)? Dat moet kunnen.
De griezelcultus van Halloween is compleet doorgeschoten en wasemt de lijklucht van een beschaving die op sterven ligt. Een samenleving waarin het gezag van het christelijk geloof is gesloopt, ontaardt in een levensbeschouwelijke grabbelton. Wie dezer dagen als nabestaande op weg is naar een begraafplaats mag hopen niet in een Halloweentocht terecht te komen.
Van wie is uitkomst te verwachten? In ieder geval niet van tal van deskundologen die voor camera of microfoon altijd wel bereid zijn iedereen gerust te stellen en te herhalen dat „uit onderzoek is gebleken” dat hun linkerhersenhelft (of was het de rechter?) „niet zorgwekkend” wordt geactiveerd bij het zien van wandelende lijken.
En dan zijn er nog de vele winkeliers die omwille van de nering toch vooral niet achter willen blijven en daarom van een morele check van hun etalage niet willen weten.
In een land waarin spelbrekers en sfeerbedervers als criminelen worden weggezet, heeft de ene beroepsgroep de ander kennelijk in de houdgreep en komt er aan hun ”Danse Macabre” geen eind.
Maar waar is de consument? Halloween als opdringerig feestje bestaat immers bij de gratie van een winkelend publiek dat zwijgt en de andere kant opkijkt.
Voor wie walgt van de geestbedervende praktijken rond Halloween is het tijd om in actie te komen en winkeliers daadwerkelijk hun afkeer te laten weten.