Volgens Kerstens gaat er te veel niet goed in de asbestbranche, waar sprake is van „een vorm van zelfregulering” met bedrijven die asbestcertificaten (vergunning) kunnen uitgeven en de overheidsinspectie „in de tweede ring”. „De minister moet of de wet aanpassen in combinatie met strenger toezicht of de certificering meer naar de overheid zelf toehalen.”

Kerstens, voor hij Kamerlid werd voorzitter van FNV Bouw, weet dat er in de asbestbranche ook misbruik wordt gemaakt van collega’s uit Midden- en Oost-Europa die soms minder op de hoogte zijn van de veiligheidsregels of de risico’s. In de branche gaat volgens hem veel mis omdat er veel op de prijs wordt geconcurreerd en veel minder op kwaliteit. Het opnieuw een bedrijf in de sector opzetten terwijl de vergunning eerder is verloren, noemt hij „misdadig gedrag”.

Het kankerverwekkende asbest werd 20 jaar geleden verboden en voor het verwijderen werden strenge veiligheidsregels opgesteld. Zo mogen sloopbedrijven het alleen weghalen als ze een certificaat hebben. Als ze te slordig omgaan met asbest, kan de vergunning een jaar worden ingetrokken. Maar veel bedrijven frauderen met asbest vanwege kostenbesparing en onkunde en blijken dus makkelijk onder de sancties uit te komen.

„De huidige regelgeving sluit - helaas - de gesignaleerde constructies nog niet volledig uit”, schrijven hoge ambtenaren in de e-mails. „Dat betekent dat het nu nog lastig is om te verhinderen dat bedrijven wier certificaat is ingetrokken opnieuw een certificaat krijgen voor een nieuwe bv.”