„Niet romantisch doen over softdrugs”
GRONINGEN. Dat de rechtbank Noord-Nederland donderdag besloot twee ‘nette’ wiettelers niet te bestraffen, roept uiteenlopende reacties op. Een voorstander van regulering spreekt van een „moedig” vonnis, een tegenstander rept van een „rare” gang van zaken.
„Moedig en consequent.” Zo noemt prof. mr. dr. Jan Brouwer, hoogleraar algemene rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen, het vonnis. „Je mag in dit land al veertig jaar bij een coffeeshop wiet en hasj kopen met als argument dat hierdoor de volksgezondheid wordt bevorderd. Tegelijkertijd is de grootschalige productie van hennep strafbaar. Zo dwing je coffeeshophouders cannabis in te kopen in het criminele circuit. Vaak gaat het dan om een particuliere kwekerij in een brandgevaarlijke omgeving, bijvoorbeeld een rijtjeshuis. Ik vind de houding van de overheid langzamerhand misdadig.”
Sfeer
Brouwer, die onderzoek doet naar het drugsbeleid, pleit voor regulering van softdrugs. „Gedoog dat gecertificeerde bedrijven hennep kweken en aan coffeeshops leveren. Zo kun je de wietteelt uit de criminele sfeer halen. Ik ben niet voor legalisering. Je moet de overheid zelf geen hennep laten verbouwen. Dat is onhandig, de overheid stookt ook geen alcohol. We moeten niet op iedere hoek van de straat een coffeeshop hebben. Cannabisgebruik is schadelijk voor de gezondheid. Maar het is een illusie dat je het uit kunt bannen. Overigens doen we het in Nederland niet zo slecht wat betreft cannabisgebruik. Zo’n 12 procent van de bevolking heeft ooit wiet of hasj gebruikt. In landen met een veel repressiever strafrechtklimaat ligt dit percentage vaak vele malen hoger.”
Brouwer veegt de vloer aan met de stelling van VVD-minister Opstelten, tegenstander van regulering, dat 80 procent van de in Nederland geproduceerde nederwiet bedoeld is voor export. „Dat percentage is volstrekt uit de lucht gegrepen. Onze universiteit heeft hier onderzoek naar gedaan. Ik schat dat zo’n 4 procent van de wiet naar het buitenland gaat. We moeten nuchter en realistisch zijn. Waarom zouden buitenlanders hier hun wiet moeten kopen? In andere Europese landen, met hun veel uitgestrekter landbouwgronden, kunnen ze veel goedkoper zelf hennep verbouwen, zonder dat ze al te grote risico’s lopen.”
Raar
Ontevreden met het vonnis is CDA-voorman Huibert van Rossum in Gouda. Hij is een van de honderd CDA-lijsttrekkers die zich een recent manifest keren tegen regulering. „Het is een rare gang van zaken dat de rechter het politieke beleid kennelijk wil bijsturen. Ik vind het onterecht dat de teelt van softdrugs onbestraft blijft en ben blij dat het OM in beroep gaat.”
De overheid moet „tegen drugs blijven strijden”, beklemtoont hij. „De productie van en handel in softdrugs speelt zich vaak af in een schimmige en criminele wereld. Denk bijvoorbeeld aan Marokkaanse drugsrunners uit Gouda. Laten we een voorbeeld nemen aan België, waar de touwtjes worden aangetrokken. We moeten niet romantisch doen over softdrugs. Gebruik ervan hangt samen met psychische problematiek, met schooluitval.”
In Gouda (5 coffeeshops, 72.000 inwoners) pleit het CDA voor minder coffeeshops, tot dusver vergeefs. „Wij staan een uitsterfbeleid voor. Ons ideaal is nul. Maar ik ben niet naïef. Er zullen altijd drugs blijven.”