Secretaresse John Stott krijgt biografie
Meer dan vijftig jaar was Frances Whitehead (89) de persoonlijke secretaresse van John Stott, een van de belangrijkste evangelicale theologen van de twintigste eeuw. Haar werk was geen baan; het was een leven. „John Stott schreef vijftig boeken. Ik typte vijftig boeken.”
De toen 27-jarige Whitehead ontmoette Stott voor het eerst in 1952. Ze werkte in Londen bij de Britse omroep BBC, schuin tegenover All Souls Church. De 31-jarige Stott was rector (hoofdpredikant) van deze anglicaanse kerk. Whitehead woonde een oudejaarsdienst bij, en hij ging voor. Stott preekte over Christus, Die werd verhoogd zoals Mozes de koperen slang in de woestijn omhooghield. Alleen bij Hem is er redding.
Zestig jaar later schreef Whitehead over die avond dat ze heel duidelijk de aanwezigheid van Christus bemerkte. „Er was een echte ontmoeting met de Heere; zo werkelijk, alsof het licht van Christus op de een of andere manier in de kerk scheen.”
Ze wilde gaan studeren aan een Bijbelschool, maar Stott vroeg haar onverwacht om zijn persoonlijke secretaresse te worden. Na enige aarzeling ging Whitehead akkoord, en ze begon haar werk op 9 april 1956. Dat zou doorgaan tot de dood van Stott in 2011.
Het levensverhaal van Whitehead wordt verteld in ”John Stott’s right hand”, van Julia Cameron. Whitehead trok dagelijks vele uren met Stott op, zo blijkt uit de biografie. Daarom biedt dit boek meteen een bijzondere inkijk in het leven van deze anglicaanse predikant.
Whitehead werkte tientallen toespraken en boeken van Stott uit op haar typemachine. Het eerste boek was ”Basic Christianity” in 1958, waarvan wereldwijd miljoenen exemplaren verkocht zouden worden.
Maar ze deed meer. Stott dicteerde zijn secretaresse vijftien tot twintig brieven per dag. Hij had overal een systeem voor. Zo liet hij haar zien waar op een brief ze precies een postzegel moest plakken en hoe ze op de meest efficiënte manier een brief in een envelop kon doen.
De predikant ging heel gedisciplineerd met zijn tijd om. Voor pastorale gesprekken reserveerde Stott een kwartier, waardoor hij heel snel to the point kwam. Gesprekken met kerkleiders en vertegenwoordigers van zendingsorganisaties mochten een uur duren. Na 55 minuten stopten de besprekingen, zodat er nog tijd overbleef voor een kort gebed, afscheid nemen en papieren verzamelen voor een volgende ontmoeting.
Dat Stott –met Gods hulp– zo veel heeft kunnen bereiken, heeft hij volgens het boek te danken aan zijn zelfdiscipline én aan Whiteheads steun. Door hun nauwe en langdurige samenwerking werden zij goede vrienden.
Iedere Kerst stuurde Stott Whitehead een brief om haar te bedanken voor haar werk in het afgelopen jaar. De laatste was van 27 december 2007. „Vergeef me de spelfouten”, zo besloot hij. Zijn gezichtvermogen was dat jaar hard achteruitgegaan.
Beiden bleven overigens ongehuwd. In de tijd dat Whitehead begon met haar baan als secretaresse kwam Stott tot de slotsom dat hij niet moest trouwen, om zo het Koninkrijk van God zo goed mogelijk te kunnen dienen. Aan dat besluit hield hij zijn hele leven vast.
Boekinfo
John Stott’s right hand. The untold story of Frances Whitehead, J. E. M. Cameron;
uitg. Piquant Editions, Carlisle, 2014; ISBN 978 1 909281 28 8; 224 blz.; € 12,99.