Fluitiste Lydia van Mourik vindt voldoening in veelzijdigheid
Eerst wilde ze afstuderen aan het conservatorium, pas dan met een cd komen. Die moest vervolgens wel wat toevoegen aan de muziekmarkt. Tegelijk wilde fluitiste Lydia van Mourik (26) met haar debuutalbum een breed publiek bereiken. Met veel plezier werkte ze daarom samen met de populaire musicus Martin Mans.
Ze speelt als eerste fluitiste in het orkest van Ars Musica onder leiding van Patrick van der Linden. Als invaller fluit ze regelmatig bij het orkest van de Stichting Laurenscantorij Rotterdam. Ze geeft klassieke recitals met de pianisten Gerlinda van den Berg en Wouter Bakker. Tegelijk werkt Lydia van Mourik met verve mee aan kooravonden en aan het EO-programma ”Nederland Zingt”.
Ze houdt er niet van om in vakjes te denken. „Ik wil zoeken naar verbindingen, niet naar verschillen.” Dat ze haar eerste cd met Martin Mans opnam, is spontaan gekomen. „Ik ken Martin van kooruitvoeringen hier in Rotterdam. Het klikt goed tussen ons. Hij kwam met het idee om een cd te maken. Hij gaf me helemaal de vrije keus om een programma samen te stellen. Dat vond ik een uitdaging.”
Op haar debuutalbum wilde ze geen platgetreden paden bewandelen. „Niet voor de zoveelste keer de Badinerie van Bach. Ik heb bewust onbekende muziek geprogrammeerd. Stukken die ik in de achterliggende tijd voor mezelf al apart had gehouden. Daarnaast heb ik met opzet voor de niet-alledaagse combinatie van fluit, orgel, trompet en slagwerk gekozen. Veel muziek moest ik zelf arrangeren.”
Flinke uitdaging
Door de samenwerking met Martin Mans hoopt ze een breed publiek te bereiken. „Het is leuk om de afnemers van zijn muziek eens deze klassieke muziek te laten beleven. Het is weliswaar veelal onbekend repertoire, maar niet zwaar. Noem het toegankelijk klassiek. Voor Martin was het trouwens ook een leuke ervaring. Heel wat anders dan waar hij meestal mee bezig is. Een flinke uitdaging. Maar hij is een betrouwbare begeleider.”
In christelijke kring komt menig getalenteerde fluitiste al veel eerder met een cd. Waarom wachtte Van Mourik zo lang? „Ik liep al wel eerder met het idee rond. Maar ik ben blij dat ik gewacht heb tot na mijn afstuderen. Ik denk dat ik anders spijt had gekregen. Je maakt tijdens je studie zo’n grote ontwikkeling door. Een cd is altijd een momentopname. Maar als je als professional van de muziek wilt leven, moet je wel een visitekaartje afgeven waar je later nog tevreden op terug kunt kijken.”
Over anderen wil de fluitiste geen oordeel geven. „Natuurlijk is er in reformatorische kring sprake van marktvervuiling. Maar ieder moet het voor zichzelf weten. Het is een enorm leerzaam proces, zo’n opnametraject. Dat gun ik iedereen. Voor mezelf wilde ik echter niet komen met weer een cd met geestelijke liederen. Het moest een doordacht product zijn, waarmee ik laat horen wat ik in de achterliggende jaren geleerd heb. Waarmee ik overigens niet zeg dat ik nooit een cd met geestelijke liederen zal maken.”
Individueel
Van Mourik groeide op in Rotterdam. Na het Wartburg College, locatie Revius, ging ze aan het Hoornbeeck College door met de mbo-opleiding sociaal-pedagogisch werk (verslavingszorg). Dat ze naar het conservatorium zou gaan, was niet eens zozeer de opzet. „Ik had fluitles van Daniëlle van Laar en Gien Wagenaar. Op een gegeven moment dacht ik: Laat ik me gewoon inschrijven voor het conservatorium, dan kan ik nooit zeggen dat ik dat niet geprobeerd heb. M’n fluitdocenten schrokken ervan, want ik had nog maar twee maanden om me voor te bereiden op de auditie.”
Tot haar verrassing werd ze aangenomen, zowel in Tilburg als in Rotterdam. In de Maasstad begon ze met de vooropleiding. „De overstap was wel pittig. Maar gaandeweg merkte ik: dit is wat ik wil.” Ze moest wennen aan het klimaat aan het conservatorium. „Zó’n verschil met de welzijnssector. Daar ben je steeds met anderen bezig. Nu moest ik vooral met mezelf bezig zijn. Zó individueel. Ik ben blij dat ik eerst die mbo-opleiding heb gehad.”
Haar sociale kant kan de Rotterdamse intussen goed gebruiken in haar lespraktijk. Al tijdens haar studie begon ze les te geven. Inmiddels heeft ze zo’n 35 fluitleerlingen, vooral kinderen. Ook verzorgt ze muzikale kinderfeestjes en biedt ze zich bij scholen aan voor muzieklessen. „Ik vind het superboeiend om met kinderen bezig te zijn. Het is zo mooi om de muzikaliteit van kinderen te ontwikkelen. Daar geniet ik enorm van.”
Mix
Vorig jaar studeerde Van Mourik af aan het Rotterdamse conservatorium. Hoe ziet ze haar toekomst voor zich? „Ik heb niet één doel. Ik geniet juist van de mix van wat ik nu doe. Het spelen in het orkest van Ars Musica, bijvoorbeeld met de Matthäus of Johannes Passion, wordt steeds meer. Daarnaast geniet ik enorm van de kamermuziekconcerten met Gerlinda van den Berg en trompettist Maurice van Dijk en als trio met Wouter Bakker en klarinettist Mark Snitselaar. Ook het invallen bij een orkest vind ik superleuk.”
Een baan in een van de grote orkesten ambieert Van Mourik niet. „Je hebt dan sowieso te maken met zondagswerk. Bovendien zit je vast. Ik wil juist de veelzijdigheid vasthouden.” Daar past wat haar betreft ook haar medewerking aan ”Nederland Zingt” bij. „De fluitpartij die ik moet spelen bij een lied als ”Tel uw zegeningen” is technisch geen uitdaging. Het geeft wel voldoening. Zo’n opname is massaal en je bereikt veel mensen. Bovendien heb ik genoeg affiniteit met de tekst om zulke liederen te willen spelen. Als ik alleen dergelijke optredens had, zou het onbevredigend zijn. Maar zolang ik een mix van activiteiten kan doen, is het prima.”
In Den Dolder gaf ze laatst een concert met pianist Patrick van der Linden. Op het programma stond onder andere het solostuk ”Mei” van de Japanse componist Kazuo Fukushima. „Een bizar werk, waarin allerlei natuurelementen worden nagebootst. Niet echt toegankelijk. Ik heb het vooraf uitvoerig toegelicht, het publiek als het ware bij de hand genomen. Hun verteld dat het echt een belevingsstuk is, dat je niet moet proberen te snappen. De reacties na afloop waren verrassend. Dan is mijn missie geslaagd.”
Sound of wood
Op haar cd ”Sound of wood” brengt Lydia van Mourik naast muziek van Chopin en Vivaldi een programma met werken van relatief onbekende componisten als François Borne, Hans-André Stamm, Wilhelm Popp, Félix-Ludger Rossignol en Ernesto Köhler.
Bewust wilde de fluitiste met haar debuutalbum iets toevoegen aan de cd-markt. Daarom koos ze voor „een originele samenstelling van instrumenten en het maken van bijpassende arrangementen”, schrijft ze in het voorwoord. De composities die ze uitkoos, zijn vrijwel allemaal oorspronkelijk geschreven voor fluit of piccolo met begeleiding van piano of orkest. Niettemin koos Van Mourik voor de combinatie fluit/piccolo en orgel, aangevuld met slagwerk en trompet.
De cd (een uitgave van STH Records) is opgenomen in de Johanneskerk in Breda-Princenhage, waar J. L. van den Heuvel in 2004 een tweeklaviers orgel bouwde. Het instrument wordt op deze cd bespeeld door Martin Mans. Ook trompettist Maurice van Dijk en slagwerker Martin de Greef verlenen hun medewerking.
Meer informatie: www.lydiavanmourik.nl