Om welke gemeenten het gaat zei Opstelten niet, maar het zijn kleinere gemeenten die niet in de zuidelijke grensregio’s liggen en geen overlast van drugstoerisme hebben. Het criterium is ingevoerd om het drugstoerisme vanuit omringende landen tegen te gaan. Volgens de minister is de maatregel een succes. Handhaving van de maatregel is noodzakelijk, maar kan wel per gemeente verschillen, zei Opstelten. Maatwerk is mogelijk, zoals Amsterdam doet. Daar kunnen coffeeshops niet zomaar alle toeristen weigeren, omdat dit zou leiden tot onrust op straat. De gemeente sluit wel een groot aantal coffeeshops die bijvoorbeeld te dicht bij een school liggen.

Opstelten is verder niet van plan om het huidige beleid te veranderen. Ook wil hij geen experimenten toestaan om wietteelt voor coffeeshops te reguleren, waar SP, D66 en GroenLinks op aandringen. Ook de PvdA wil de ‘achterdeur’ beter regelen. In de Eerste Kamer pleiten PvdA-senatoren juist sterk voor regulering.

Maar de justitieminister wil er niet aan. Voorop staat voor hem de aanpak van de overlast en van de georganiseerde criminaliteit achter de productie en handel in cannabis. Hij wees erop dat het grootste deel van de teelt (80 procent) bestemd is voor de export en niet naar coffeeshops gaat. Experimenten met teelt bieden geen oplossing voor deze illegale praktijken, zei hij. „We moeten consistent blijven en stevig doorzetten. Het gaat al beter, maar het kan nog beter. Veranderingen leiden alleen maar tot onzekerheid.”